De wereld is in de ban van slechte economische nieuws! Aan de vooravond van de G20 in Londen lijkt somberheid troef. Internationale instellingen als de Wereldbank en de OESO zien de groei van de wereldeconomie in 2009 omslaan in een krimp van minimaal 1,7% en de wereldhandel kan wel met 6% krimpen. In Japan wijst het Tankan survey uit dat het producentenvertrouwen in het eerste kwartaal van 2009 in een ijltempo naar een naoorlogs dieptepunt is gezakt.
In de VS winnen de geruchten aan kracht dat president Obama uit is op een snel faillissement van General Motors en Chrysler. Een sterfhuisconstructie moet ervoor zorgen dat de levensvatbare onderdelen zoals Chevrolet en Cadillac een doorstart kunnen maken, terwijl voor de Saturn en de Hummer slechts de schroothoop zou resten.
In de EU staan delen van de auto-industrie ook op instorten. Opel hoopt dapper op een regeringsinfuus, het zieke Fiat wil verder met het stervende Chrysler en in Frankrijk hebben Renault en Peugeot traditiegetrouw hun heil bij de overheid gezocht.
‘Cars are toys for boys’! Dat is misschien wel de belangrijkste verklaring voor de (te) grote aandacht voor de teloorgang van de Westerse automobielindustrie, terwijl het toch min of meer een industrie van gisteren is. Er is aanmerkelijk minder aandacht voor het doen en laten van de meer eigentijdse en innovatieve actoren voor economische groei zoals Informatie Technologie en Telecom. Ten onrechte, de Europese Unie is al niet te rijkelijk begiftigd met innovatieve industrieën.
De Europese telecom mag met recht een innovatief speerpunt genoemd worden met als absolute uitblinker het Finse Nokia. In 2008 had dit bedrijf wereldwijd een marktaandeel van ruim 40% op de markt voor mobiele telefonie. Het lijkt er echter op, dat. Nokia niet immuun is voor de effecten van de economische teruggang. In de eerste plaats zullen er in 2009 ruim 10% minder toestelletjes verkocht worden. De combinatie van marktverzadiging en een voorzichtige consument zorgt er in het westen voor dat de consument minder snel zijn oude voor een nieuw toestelletje inruilt. Diezelfde economische onzekerheid vertraagt de mobiele opmars in de zogeheten Opkomende Markten, waar Nokia vaak een aandeel heeft van 50% of meer.
De huidige crisis legt echter enkele zwakke plekken bloot in het productportfolio van de Finnen. Vooral aan de boven kant van de mark, waar Nokia tot voor kort heer en meester was, hebben de Finnen moeite om de snelle ontwikkelingen bij te benen. Met de introductie van de iPhone van Apple zetten enkele belangrijke trends versneld door. Bij de zogeheten smart phone komt het accent meer en meer te liggen op een goed softwarebesturingssysteem en softwareapplicaties, zoals het kunnen versturen van e-mails of het kunnen browsen op Internet. De rol van hardware als aanjager van verkopen is definitief passé.
Nokia blijft in dit opzicht achter en dat is om meer dan een reden zorgwekkend. De kieskeurige consument aan de boven kant van de markt kiest steeds vaker de iPhone van Apple of de blackberrie van RIM. Dat is een, maar er speelt nog iets anders. De macht van de operators als distributeurs van toestelletjes wordt steeds groter.
Op de grote westerse markten beheersen de telecomaanbieders al meer dan 50% van de mobiele markt. Hun keuze wordt steeds belangrijker en zij verkiezen die toestelletjes te promoten die het meest aan hun wensen voldoen. De meeste telecomaanbieders hebben nog veel capaciteit over op hun draadloos netwerk. Toestelletjes die gemakkelijk toegang bieden tot Internet zijn dan een uitkomst. Voorlopig speelt Nokia hier de tweede viool en het lijkt eerder terrein te verliezen dan terug te winnen. Dat speelt Nokia op verschillende manieren parten.
Smart phones kennen aantrekkelijke marges en dat is prettig. Er speelt echter ook iets als imago. Als Nokia niet langer het imago van ‘de beste’ mag koesteren dan heeft dat consequenties voor de verkoop in de overige segmenten van de markt.
De tweede pilaar van het Nokia imperium is de massamarkt in de Opkomende Markten. Hier is de vanzelfsprekende groei weg. In een regio als Latijns Amerika doemen met een penetratie van bijna 70% de eerste tekenen van marktverzadiging op. Daar komt bij, dat juist in deze moeilijke tijden de concurrentie fors toe. Lokale producenten bijten feller van zich af, maar er zijn ook nieuwe kapers op de kust. De Koreaanse bedrijven LG en Samsung, die zich tot voor kort ver hielden van deze vechtmarkten, maken zich op om zich in dit strijdgewoel te mengen. Met zijn groot marktaandeel ligt het voor de hand dat Nokia hier ook tot de verliezers zal behoren.
Als de voortekenen niet bedriegen, wordt 2009 een jaar waarin Nokia enkele stappen terug moet doen in marktaandeel en winstgevendheid. Het bedrijf verkeert uiteraard niet in levensgevaar en heeft een verleden van sterke comebacks. Nokia zal zodoende geen gespreksonderwerp zijn tijdens de G20. Het is voorlopig alleen aan de belegger zijn stil verdriet te koesteren.
En dan nog: de verwachting dat de mobiele markt krimpt met 10% is gebaseerd op een veronderstelde groei van de wereldeconomie met 0,5%. Waarvan acte!
Cor Wijtvliet,onafhankelijk analist en publicist
corwijtvliet@dekritischebelegger.nl
Start met Automatisch Beleggen
Intel is een van die techreuzen uit de 20ste eeuw die in de 21ste eeuw moeite heeft ontwikkelingen bij te benen.
De cijferregen over het 2de kwartaal was gewoon fantastisch. Maar liefst 85% van de bedrijven in de S&P500 leverde lieten een veel hogere winst zien dan verwacht.
De populariteit van het investeren in vastgoed is de laatste jaren flink toegenomen. Steeds meer particulieren bewegen zich op de vastgoedmarkt.
In de herfst zou het aantal gevallen van Covid-19 wel eens kunnen toenemen. Is het dan zinvol om meer te beleggen in bedrijven die van de pandemie hebben geprofiteerd?