Deze woensdag was het de beurt aan het Duitse Siemens Energy en de Deense bedrijven Ørsted en Vestas om de kwartaalcijfers te presenteren. Het algemene beeld is dat in de markt voor windenergie productiekosten opnieuw geprijsd zijn en er weer wordt geïnvesteerd. De producenten van windenergie klimmen, met verschillende snelheden, uit een diep dal. Gelukkig maar, want windenergie is een onmisbare component in de Europese energiemix van de toekomst.
Ørsted schrapt het dividend en ziet voorzitter RvC vertrekken
De problemen zijn het grootst bij Ørsted. De Denen maakten een grove rekenfout bij de aanbesteding van twee windmolenparken voor de Amerikaanse oostkust en moeten daarvoor nog jarenlang op de blaren zitten. Door de snel opgelopen inflatie vielen de productiekosten zoveel hoger uit dat de activiteiten zijn gestaakt. Vorig jaar vertrokken daarom al de financieel directeur en operationeel directeur. Nu schrapt het bedrijf voor de komende drie jaar het dividend en vertrekt ook de voorzitter van de Raad van Commissarissen. Om de financiën structureel op orde te krijgen worden ook bezittingen verkocht en trekt Ørsted zich terug uit projecten in Noorwegen, Spanje en Portugal. Toch wordt hiermee de weg ingezet naar herstel van het vertrouwen bij investeerders, die bang waren voor een aandelenemissie.
Siemens Energy draait verlies om in winst
Ook Siemens Energy kwam vorig jaar in de problemen. De problemen waren in financiële zin zelfs zo groot dat het management de hand moest ophouden bij de Duitse overheid om verder te kunnen. Ook in deze situatie was er sprake van een miscalculatie bij de productie- en onderhoudskosten van windmolenparken, die worden aangeboden via het in Spanje gevestigde bedrijfsonderdeel Siemens Gamesa. Siemens Energy heeft als voordeel dat de andere drie bedrijfsonderdelen goed draaien. Met name Grid Solutions, dat het elektriciteitsnetwerk klaar moet maken voor de toekomst, draait goed. De nieuwe orders die Siemens Energy ziet binnenkomen zijn geprijsd met de rekenschap van hogere inflatie en hogere rente. Dat helpt de Duitsers om het verlies van vorig jaar om te zetten in winst in dit jaar. De ontwikkeling van de aandelenkoers laat zien dat Siemens Energy sneller uit een minder diep dal klimt dan Ørsted.
Vestas profiteert van de misstappen bij de concurrentie
Het eveneens Deense Vestas maakt geen verkeerde inschatting en spint garen bij de problemen van de twee concurrenten. Het bedrijf boekte iets meer omzet dan verwacht en is ook positief over 2024, maar een vetpot is het nog steeds niet. Voor het komend jaar wordt bijvoorbeeld een winstmarge verwacht van 4% tot 6%. In de sector windenergie zijn beleggers in de afgelopen jaren het meest positief geweest over Vestas, maar het aandeel noteert nog steeds 35% onder de top van drie jaar geleden.
Windenergie van levensbelang voor Europa
In Europa is het besef levensgroot dat de economische concurrentiepositie uitermate zwak is geworden door de aanhoudend hoge energieprijzen in vergelijking met alle andere regio’s in de wereld. Terug naar fossiele brandstof is geen structurele optie zonder eigen productie. De energietransitie moet daarom door en wel zo snel mogelijk. Het plan voor een nieuwe Noordzee-economie, waar Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Denemarken en Noorwegen zijn betrokken, is veelbelovend. Vestas, Siemens Energy en Ørsted (na de herstructurering) kunnen hun expertise ook te gelde maken in het buitenland om daarmee hun plannen te financieren. Voor beleggers is het belangrijk zich wel te realiseren dat steeds sterker wordende concurrentie uit Azië een voortdurende druk op de marges zal houden.
Op de nieuwsberichten steeg op de beurs Vestas met 6%, Siemens Energy met 1,5% en daalde Ørsted met 1%.
Geschreven door eToro’s marktanalist Jean-Paul van Oudheusden