In Nederland wordt er op de energiemarkt heftig op prijs geconcurreerd. Daar komt nog eens bij dat er in Europa op energie momenteel weinig wordt verdiend als gevolg van een grote overcapaciteit. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door het grote aanbod van (gesubsidieerde) groene energie, anderzijds door het aanbod van goedkope kolen uit de Verenigde Staten. Hier zijn kolen immers niet meer nodig zijn als gevolg van het vele schaliegas dat gewonnen wordt.
De beursgenoteerde energiebedrijven hebben de afgelopen jaren een flinke veer gelaten en er moet nog heel wat veranderen om in de toekomst op het oude niveau te komen. E.ON begreep dat al in 2009 en gooide het roer om. Als reactie op de verslechterende marktomstandigheden besloot de onderneming om 15 miljard euro aan activa af te stoten. Dat doel werd in 2012 bereikt. Begin 2013 werd nog eens vijf miljard euro gedesinvesteerd.
Het vrijgekomen vermogen wordt niet alleen gebruikt om schulden af te lossen, maar ook om te investeren in markten buiten de eurozone en om het huidige dividend op pijl te houden. Zo zijn niet winstgevende centrales naar landen als Turkije verplaatst. Er wordt hier samengewerkt met het lokale bedrijf Haci Omer Sabanci. Verder wordt de focus gelegd op duurzame vormen van energie om de weggevallen capaciteit van de kerncentrales op te vangen. Ook zal hierdoor voldaan worden aan de eisen die Energy Roadmap 2050, opgesteld door de Europese Commissie, stelt.
Door het uitfaseren van de kerncentrales zal er voor E.ON ongeveer 2,1 miljard euro aan winst wegvallen. Omdat verder de wereldwijde groeimogelijkheden aan banden zijn gelegd door diverse toezichthouders, zal het tweecijferige streefrendement niet behaald worden. Dit kan leiden tot vernietiging van aandeelhouderswaarde. Echter, ervan uitgaande dat de Europese markt stabiliseert en de investeringen worden doorgezet, zal naar mijn mening het aandeel E.ON op de langere termijn nog steeds een aantrekkelijk rendement opleveren.
Doordat RWE sterk afhankelijk is van regionale elektriciteitmarkten, kunnen economische opstandigheden de bedrijfsvoering en de resultaten van deze onderneming sterk beïnvloeden. Factoren als de vraag naar energie en de grondstofprijzen hebben een grote impact op de (beurs)waarde van deze onderneming. Dat maakt RWE voor meer defensief ingestelde beleggers minder geschikt.
Aangezien RWE zijn energie voornamelijk opwekt met kolen- en kerncentrales en bijna driekwart van de totale afzet wordt gerealiseerd in Duitsland, heeft het besluit om de Duitse kerncentrales te sluiten een grote impact op de winst van RWE. Daar komt nog eens bij dat er al een probleem was met Russisch gas, dat veel te duur was. De prijs van dit gas was tot voor kort gekoppeld aan de olieprijs en daarmee veel duurder dan het gas dat bijvoorbeeld in Verenigde Staten gewonnen wordt. Dit kan nu deels afgewend worden door de daling van de kolenprijs. Hier geldt echter weer hetzelfde verhaal als bij E.ON, namelijk dat binnen een paar jaar de CO2 uitstoot aan banden gelegd gaat worden en kolencentrales dus geen kostenvoordeel meer zullen opleveren. Mede daardoor heeft het management van RWE de groeiverwachtingen neerwaarts bijgesteld.
Om de veranderende marktomstandigheden het hoofd te bieden is een aantal (Duitse) belangen afgestoten en is er geïnvesteerd in deelnemingen buiten Duitsland. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de koop van Essent. De investeringen waren echter veel te vroeg en er werd veel te veel voor betaald. Op de betaalde goodwill moet nu afgeschreven gaan worden. Dit kost RWE veel geld.
RWE moet daarom bezuinigen om de problemen waarmee men zich geconfronteerd ziet, het hoofd te kunnen bieden. Daarom wordt het dividend verlaagd en wordt bijna 20 procent van het personeel ontslagen. Belangrijk is dat de energiemarkt in Europa wijzigt, maar dat is in handen van de politiek en de economische ontwikkelingen. Bovendien zal RWE, dat grote schulden heeft, last krijgen van de stijgende rente nu de economie weer aantrekt.
Toch is er een aantal lichtpuntjes. De sluiting van de kerncentrales en de reductie van de CO2 uitstoot leveren een extra prikkel op om te investeren in duurzame vormen van energieopwekking. RWE kan daar, gesteund door de Duitse overheid, een pioniersfunctie vervullen. Uit een recent interview met Peter Terium, de bestuursvoorzitter van RWE, kwam naar voren dat, ondanks de verslechterende resultaten en de schuldenlast van 33,5 miljard, de onderneming bezig is de bakens te verzetten om in de toekomst een andere rol te gaan spelen. Ondanks deze positieve verwachtingen zal het waarschijnlijk nog wel even duren voordat dit zich zal uitbetalen in de koers van het aandeel.
Centrica tenslotte, een nutsbedrijf uit het Verenigd Koninkrijk, heeft de voorgaande jaren grote investeringen in elektriciteitsopwekking en aardgasproductie gedaan. Als de aardgasprijzen vanaf het huidige niveau gaan stijgen, zal dit tot een winstgroei voor het bedrijf gaan leiden. Ook de potentiële belastingvoordelen met betrekking tot schaliegas, die de Britse overheid wil invoeren, kunnen een positieve bijdrage leveren.
Ook is er geïnvesteerd in een windenergiepark op zee. Dit project is bijna voltooid en als de Britse regering besluit om windenergie als duurzame energiebron te gaan gebruiken zal dit de winst verder opstuwen. Daarnaast beschikt Centrica over onderhouds- en installatieservices voor verwarming, ventilatie en airconditioning. Deze activiteiten hebben het de afgelopen jaren goed gedaan en zijn goed voor een substantieel deel van de omzet.
Mogelijke nadelen van de investeringen zijn echter wel aanwezig. Zo moet de onderneming weerstand bieden aan de politieke druk om de energieprijzen laag te houden. Ook kan het windmolenpark alleen echt winstgevend worden als het door de overheid gesubsidieerd wordt. Alleen dan zal de dure windenergie een substantiële bijdrage kunnen leveren aan de winst.
Een ander pluspunt is het feit dat Centrica, in tegenstelling tot E.ON en RWE, geen last heeft van de maatregelen in de Duitse energiemarkt. Hierdoor is Centrica ook op de korte termijn beter in staat groei te realiseren, wat in de koers van het aandeel tot uiting kan komen.
Auteur heeft privé geen positie in één van de genoemde aandelen, cliënten van Fintessa evenmin. De redactie heeft geen positie in de genoemde effecten. Op dit artikel is onze disclaimer van toepassing.
Martine Hafkamp
Fintessa Vermogensbeheer