In het eerste artikel van deze reeks hebben wij u laten zien op welke wijze men kan profiteren van de VIX om short te gaan in de S&P500. De vraag doet zich uiteraard voor of men ook long kan gaan op basis van de signalen van deze index. Om u dit te laten zien maken wij gebruik van dezelfde indicatoren die wij ook gebruikt hebben om de signalen te genereren voor het shortsysteem.
Wij brengen ze nog eens in herinnering:
Wij gebruiken
– De koersen van de VXN en van de S&P500;
– Het 40-daags voortschrijdend gemiddelde van de VXN (rood) en een 14-dagen verschoven 40-daags gemiddelde (blauw) van deze index;
– Een quotiënt van de VIX en de VXN, de zogenaamde Customline;
– Een MACD van de VXN.
De gemiddeldes zijn te traag
Op grond van dezelfde redenen waarom de beide gemiddeldes niet in aanmerking kwamen om exits te generen voor shortposities is het ook niet mogelijk om instapmomenten te genereren voor longposities. De gemiddeldes zijn simpelweg te traag. Als de shortpositie een exit krijgt dan is dat eigenlijk het ideale moment om long te gaan, want de koers van de VXN ligt hoog (die van de S&P500 ligt laag) en de top in de VIX duidt erop dat de S&P500 gaat stijgen. Men wil nu uiteraard zo snel mogelijk instappen teneinde van een zo lang mogelijke rally te kunnen profiteren, maar wij formuleren wel enige eisen, want een kip zonder kop benadering legt natuurlijk veel windeieren.
Om ons Longsysteem te illustreren laten wij hieronder (figuur 3) dezelfde grafiek zien als de grafiek die wij toonden in het eerste artikel van deze serie met dien verstande dat wij nu een andere periode nemen. De grafiek loopt van begin juni 2006 tot eind januari 2007.
Figuur 3.
Op 8 juni 2006 ontstaat er een exit signaal om de shortpositie, die we hadden, in de S&P500 op te heffen. De Customline bevestigt de nieuwe top niet. Wij hebben dit moment aangegeven met een pijltje. Let op dat de MACD nog stijgt en men kan dus niet zeggen dat deze negatief divergeert. Hij doet dit pas enkele dagen later en geeft dan een betere exit. Maar wij nemen geen enkel risico en laten het eerste signaal, dat van de Customline, gelden.
Nu wij van mening zijn dat de markt op of dichtbij een dieptepunt in de S&P500 ligt. willen wij zo snel mogelijk een longpositie innemen. Toch mag dit niet zonder meer gebeuren want een top in de VXN komt zelden alleen. Wij stellen de eis dat de Customlijn beneden een de absolute grens 1 moet liggen, de MACD moet onder 0 liggen en er moet sprake zijn van negatieve divergentie. Als deze voorwaarden vervuld zijn durven wij een longpositie in te nemen ook als de beide gemiddeldes nog stijgen en als het blauwe gemiddelde nog boven het rode ligt.
Op 15 juni 2006 wordt voldaan aan alle eisen. Wij gaan long in de S&P500. Het ligt er duimendik op dat we het in de aanvang moeilijk gaan krijgen want toppen in de Volatiliteit Indexen komen zelden alleen. Wachten is niet aan te bevelen want wij weten niet hoeveel toppen er zullen komen. Op 17 juli wordt er een nieuwe top in de VXN gezet (de top op 29 juni kunt u veronachtzamen want het was een zwarte candle – de S&P500 steeg die dag met 26 punten). In twee dagen tijd verloor de S&P500 22 punten en onze positie kwam op 19 punten negatief te staan, maar daarna was het leed geleden. Conclusie: uit de praktijk blijkt dat het meestal in de eerste weken, nadat ingestapt werd, niet gemakkelijk zal zijn.
Begin maart verschenen er tekenen dat de rally aan zijn einde aan het komen was. De koers van de VXN kwam even boven zijn 40-weeks Voortschrijdend Gemiddelde te liggen en daarna werd dit herhaald. Uiteraard zal dit gemiddelde onder invloed van de hogere koers gaan stijgen. Het bereiken van de koers van het 30%-niveau (zie artikel 1) nadat de twee lijnen zijn gekruist is het ultieme signaal om winst te nemen. Men kan al winst nemen als de eerste tekenen de kruising aankondigen, maar wij prefereren om te blijven zitten tot het einde. In deze transactie werd een winst behaald van 174 S&P punten. Wij zaten 216 beursdagen in de markt.
Gehele onderzoeksperiode
Gedurende de gehele door ons onderzochte periode (van half juni 2006 tot midden maart 2012) werd een winst gemaakt van 957 S&P punten. Er`zat één gemene transactie tussen die ons 87 punten verlies opleverde. Per transactie waren wij gemiddeld 130 beursdagen in de markt. Het is logisch dat de shortposities gedurende veel minder tijd in de markt blijven dan de longposities. Per slot van rekening wordt bij shortposities gebruik gemaakt van forse, snelle dalingen, terwijl de longposities van langerdurende rallies gebruik maken.
Conclusie
Na ons artikel over Volatiliteit Indexen en short gaan in de S&P500, waarmede we in de genoemde periode een winst berekenden van 525 S&P punten kunnen we hierbij de winst op longposities in de S&P index tellen, die een profijt van 957 punten gaven. Actief gebruik van de VIX-VXN-verhouding leverde dus 1.482 punten op (dit is dus ongeveer gelijk aan de waarde van de S&P500) in een tijdbestek van nog geen zes jaar. Tè mooi voor een Angst Index maar adequaat voor een Vreugde Index.
In een volgend artikel zullen wij zien of we dit resultaat ook kunnen bereiken met een directe belegging in de VIX.
Gijsbrecht van Dommelen
Vladeracken Vermogensbeheer
www.vladeracken.nl
Disclaimer
De auteur is verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Vladeracken BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie de hier besproken technieken volgt of wenst te volgen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Vladeracken BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand.