Het gaat gewoon goed met renewable energie. De afgelopen 10 jaar is de consumptie van schone energie, zoals wind- en zonne-energie, jaarlijks met 16% gegroeid. De kostprijs is met tientallen procenten gedaald en dat schept verwachtingen voor de toekomst van renewable energy.
Renewable energy zit nu aan het einde van een eerste ontwikkelingsfase. De sector hoeft het niet langer te hebben van subsidies om te overleven en kan nu echt op grote schaal leveren. Dat bewijst de Tengger Desert fabriek in China. Die heeft een capaciteit van 1,500 megawatt en bedient 600.000 huizen.
De wereld staat nu aan de vooravond van de belangrijke tweede fase in het groeiproces van renewable energy, namelijk de fase van industrialisering en het aanwezig zijn op alle markten in deze wereld. Volgens het Internationaal Energie Agentschap heeft kan renewable energy in 2030 een marktaandeel hebben van 15% in de consumptie van energie.
Dat is allemaal toch iets minder dan het klinkt. Volgens datzelfde agentschap is dat allemaal onvoldoende. Het vrachtverkeer, de energie-intensieven zoals ijzer en staal zullen afhankelijk blijven van fossiele brandstof. Hier kunnen zon en wind amper of geen rol spelen.
Dat wil weer niet zeggen, dat er geen uitweg is. Die is er wel én de potentiële oplossing. Al in de jaren negentig begroette menigeen waterstof als de weg naar de vergroening van de planeet. Waterstof kan gebruikt worden als energiebron voor vrachtwagens of voor de productie van staal en ijzererts. Het heeft niet zo mogen zijn. De autofabrikanten van deze wereld geloofden meer in de lithiumbatterij.
Vandaag de dag is waterstof goed voor 2% van de primaire energiemarkt. Ieder jaar wordt er wereldwijd 70 miljoen ton waterstof geproduceerd, maar dat levert ook een uitstoot van 830 miljoen ton kooldioxide op.
Als waterstof zijn rol als vergroener van de industrie wil waarmaken, dan moeten er fundamentele verbeteringen plaatsvinden bij de productie ervan. De uitstoot moet simpelweg minder. Dat kan vandaag de dag. Aardgas kan gebruikt worden als basis en de uitstoot kan afgevangen worden en opgeslagen. Het product heet dan blue hydrogen. Ook is het met behulp van elektrolyse mogelijk waterstof te maken uit wind- en zonne-energie, green hydrogen. De techniek is er, maar nu moet de kostprijs nog omlaag om commercieel inzetbaar te zijn. Is dat probleem opgelost, dan moet er hard gewerkt worden aan de industriële schaalgrootte.
Dat is allemaal zeer zeker doenlijk, maar dat kan niet zonder de hulp van de overheid. Om van waterstof een echt succes te maken lijkt een public/private partnership de beste oplossing. De overheid zorgt voor de juiste regelgeving en ondersteuning van research, terwijl de private sector zorg draagt voor de broodnodige investeringen.
Er is reden voor voorzichtig optimisme. Beleggers en investeerders lijken opnieuw te geloven in de mogelijkheden van waterstof en de bijbehorende brandstofcellen bij de energietransitie van het zware vrachtverkeer en de zware industrieën. Dat optimisme baseren ze op investeringen door enkele grote bedrijven in de producten van brandstofcellen voor waterstof, zoals het Duitse Bosch. Ook een land als China investeert in waterstoftechnologie en dat gaat duidelijk ten koste van de lithiumbatterij.
Het nieuwe optimisme bij beleggers en investeerders is terug te zien aan de koersontwikkeling van bedrijven uit die sector. Die zijn naar het hoogste niveau in jaren gestegen. Een te groot optimisme is echter gevaarlijk en zeker voorbarig. Het zal zeker tot 2030 duren, voordat waterstof op grote schaal concurrerend ingezet kan worden, aldus de Hydrogen Council!
Cor Wijtvliet
Start met Automatisch Beleggen
Uraniumprijs zal binnenkort $ 100 overschrijden. Bill Gates en superbelegger Warren Buffett stappen in.
Raakt de glans eraf bij clean energy stocks? Het lijkt erop. Sinds het begin van het jaar staan koersen van aandelen onder druk.
Platina is weliswaar een edelmetaal, maar heeft toch een niet al te beste naam. Die heeft het vooral te danken omdat er heel veel platina verdwijnt in de katalysator van een auto
De uitspraak van de rechtbank in de zaak van het Shell-oliebedrijf stimuleert investeerders om te focussen op duurzaamheid.