Het zal weinigen ontgaan zijn, dat de prijs van een vat olie sinds het beging van het jaar gekelderd is. Aan het begin van dit jaar kostte een vat olie iets meer dan $ 60. Op het moment van schrijven staat de prijs op $ 31 en nog wat.
De prijsval is het gevolg van een combinatie van factoren. Door het coronavirus daalde de vraag naar olie sterk. Vooral China, de grootste importeur, liet het lelijk afweten. Als gevolg van die zwakke vraag belandden Saoedi Arabier en Rusland in een prijzenoorlog. Beide landen zijn de belangrijkste leden van OPEC+, een club van olieproducerende landen die probeerden door productiebeperkingen de prijs van olie op niveau te houden.
Rusland voelt echter niet meer voor deze aanpak en zegde de samenwerking op en wilde zich niet meer houden aan voorstellen en plannen om de productie in de komende weken nog verder te beperken. Saoedi-Arabië reageerde als door een wesp gestoken en besloot ook af te zien van productiebeperkingen. Sterker nog het besloot extra voorraden in de markt te zetten om prijzen naar het laagste punt in jaren te sturen om zo Rusland stevig de oren te wassen.
De Russen reageren tot dusverre onaangedaan, ook al is de huidige prijsval sterker dan ingecalculeerd. Achter hun opstelling lijkt een doelbewust beleid schuil te gaan. Ze willen de Amerikaanse schalieproducenten een harde slag toe brengen en mogelijk een doodsklap. De Russen zijn alweer een paar geleden tot de conclusie gekomen dat vooral de Amerikaanse schalieproducenten profijt trokken van de inspanningen van OPEC+ om de prijzen op niveau te houden.
Dankzij die productiebeperkingen bleven prijzen niet alleen op een redelijk niveau, maar het gaf de Amerikanen de gelegenheid en kans om de schalieproductie in razend tempo op te voeren. Daardoor wonnen ze steeds meer marktaandeel en dat ging ten koste van Russen en Arabieren. Het is begrijpelijk dat de Russen niet blij waren met deze trend. Dat is dan ook de belangrijkste reden om de samenwerking met Saoedi-Arabië op te zeggen en het risico van een prijzenoorlog op de koop toe te nemen.
Het heeft er alle schijn van dat dit een doelbewuste stap is. De Russen nemen de gevolgen van een prijzenoorlog voor lief. Ze lijken er zich zelfs op voorbereid te hebben. De Russen hebben in 2015 na de invasie van de Krim een harde les geleerd. Door de sancties van het Westen kwam de economie in een recessie terecht. Sindsdien heeft Rusland hard gewerkt om de economie stabieler en weerbaarder te maken.
Dat betekende vooral dat het land minder afhankelijk moest worden van zijn olie-inkomsten. Dat beleid is niet echt een succes geworden. Het proces van diversificatie imponeert niet en het budget steunt voor 40% nog steeds op inkomsten uit de olie-industrie. Maar toch, de economie is stabieler en kan een stootje velen, ook al gaat dat vooral ten koste van de burger. Daar komt bij dat het break-even niveau voor een vat olie gedaald is van $ 100 naar $ 42. Dat is de basis voor het budget surplus over de afgelopen twee jaar.
Een belangrijke beslissing viel in 2017. Dankzij het pact met de Saoedi’s bleef de prijs voor een vat olie ver boven het break-even niveau. De extra inkomsten werden gestald in een zogeheten wealth fund, zoals de Noren dat al sinds jaar en dag doen. Vandaag de dag zit er $50 miljard in dit fonds. Volgens de minister van Financiën kan Rusland 6 tot 10 jaar gemakkelijk leven met een prijsniveau voor een vat olie van $ 25 – $ 30. De kans op een recessie, zoals in 2015, is daarmee verwaarloosbaar.
De Amerikaanse schaliesector staat er financieel een stuk zwakker voor. Nog voor de ineenstorting van de olieprijs kampte de sector met een hoge schuldenberg, ontevreden beleggers, stijgende faillissementen en zodoende een grote kans op productiedalingen. Insiders denken dat de sector het bij het huidig prijsniveau maar hooguit een jaar kan volhouden voordat het echt door de knieën gaat. Nu al haken investeerders op grote schaal af en de sector kan niet zonder die investeringen om de productie op peil te houden.
De enige die nog soelaas kan bieden is president Trump. Die zal niet zomaar toestaan dat de olie-industrie in zijn land kopje onder gaat. Toch zal er iets aan het businessmodel moeten veranderen. De Schalieproducenten kunnen er niet langer van uitgaan dat Saoedi’s en Russen de prijs op een comfortabel hoog niveau houden. Die periode is voorgoed voorbij!
Cor Wijtvliet