Het leek er dit jaar op dat beleggen grondstoffen weer in trek zou zijn. In de eerste twee maanden stapten nieuwe beleggers in olie en goud. De koopkracht was zo groot dat het eerste kwartaal, met een netto-instroom van $6,6 miljard, het sterkste kwartaal sinds 2012 is. Deze cijfers verhullen echter dat in maart per saldo weer kapitaalsstroom plaatsvond, wat een teken aan de wand is. De toename van de beleggingen lijken eenmalig door koopjesjacht in olie.
Een belangrijke factor is dat de rendementen teleurstellend waren. Beleggers in olie-ETP’s, de populairste vorm om van de opwaartse kansen te profiteren, werden gehinderd door “contango” (Dat is de situatie dat toekomstige prijzen hoger liggen dan de huidige. Handelaren kopen daarom nu in om later tegen een hogere prijs te verkopen.) Als de markt in contango is, dan is de roll yield negatief. Dit is voor veel beleggers een probleem. De meeste grondstoffen zijn namelijk vaker in contango dan niet. Als de rendementen niet snel verbeteren is het waarschijnlijk dat de kapitaaluitstroom in april versneld waarbij een belegging in olie het meeste risico loopt.
Fondsen die direct in futures beleggen hebben eveneens een trendomkeer meegemaakt. Beleggers in goud, tarwe en gas hebben vorige maand hun posities zwaar afgebouwd. Zij zijn nu neutraal in 17 grondstoffen. Sinds eind 2008 hadden ze een netto-long positie.
Grondstoffen hebben wederom slecht gepresteerd. De belangrijkste graadmeters staan allen in de min met een verlies van 4% tot 5%. Dit steekt in schril contrast af met aandelen, obligaties en opkomende markten.