Een groot deel van het recente sterke herstel op de financiële markten is toe te schrijven aan de overtuiging dat in 2010 de VS uit de recessie zullen komen. Vooral de verwachtingen voor de ontwikkeling van de bedrijfswinsten zijn hooggespannen. Veel bedrijven zijn door een diep dal gegaan in 2008 en 2009. In reactie daarop hebben ze wel heel stevig het mes in de eigen organisatie gezet. Veel bedrijven zijn lean en mean, zoals dat zo mooi heet; schulden zijn afgebouwd en de kasstromen zien er gezond uit. Wat kan er dan nog misgaan, als je bedenkt dat de cijfers over het laatste kwartaal van 2008 wel bijzonder zwak waren? Toen leek de financiële sector op instorten te staan, nu verwacht deze sector een wel zeer gezonde winstgroei te mogen noteren. Dat is deels te danken aan de Amerikaanse belastingbetaler en het rentebeleid van de Fed. Wat kan er eigenlijk nog misgaan?
Roet in het eten
De eerste weken van 2010 hebben al roet in het eten gegooid. December 2009 heeft (voorlopig?) een einde gemaakt aan de positieve ontwikkelingen in de werkgelegenheid. Het verlies aan banen nam in die maand weer toe in plaats van verder te vertragen. Misschien wel in samenhang met de teleurstellende arbeidsmarktontwikkelingen vielen ook de detailhandelsverkopen over december tegen. Het is ook moeilijk voor te stellen dat de consument erop los koopt, wanneer de arbeidsmarkt maar niet wil verbeteren.
Voor veel Amerikaanse en Europese bedrijven hoeft een zwakke thuismarkt geen reden meer voor pessimisme te zijn. Een steeds groter deel van de omzet en de winst komt uit het Verre Oosten en juist daar is het economisch herstel overtuigend. Het ligt dan ook voor de hand dat een bedrijf als Alcoa ten volle zal profiteren van de sterke vraag uit China. Groot was de verrassing dat Alcoa over het vierde kwartaal van 2009 een winst per aandeel noteerde van $ 0,01, waar de markt een winstgroei zag naar $ 0,06. Een positief element heette de omzetontwikkeling te zijn. Die daalde slechts met 4,5%. Toch is er iets eigenaardigs aan de cijfers van Alcoa. De prijs voor aluminium steeg in het afgelopen kwartaal met maar liefst 18% en Alcoa wist zijn productie met bijna 2% te verhogen. Tegelijkertijd moest het bedrijf ruim 200.000 ton aluminium op de vrije markt kopen om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen. Nu gebeurt zoiets wel vaker, maar die 200.000 ton is wel exceptioneel veel. Alcoa blijft mistig over het hoe en waarom. Gaat het hier om een incident of heeft het bedrijf iets te enthousiast in het eigen vlees gesneden? Alcoa heeft wat dat betreft een geschiedenis.
Intel, de reddingsboei
Misschien is Alcoa wel de uitzondering op de regel en is Main Street wel degelijk aan de beterende hand. De beste graadmeter om dat vast te stellen vormen de resultaten van een zogeheten blue-chipbedrijf uit de IT- sector. Deze sector merkt als eerste dat bij bedrijven de bereidheid om te investeren weer toeneemt. Intel, met een marktaandeel van pakweg 70% op de markt voor halfgeleiders, is een echte blue chip.
Op voorhand waren de verwachtingen rondom de resultaten van Intel al hooggespannen. Al bij de presentatie van de cijfers over het derde kwartaal had het bedrijf een optimistische toon aangeslagen over de toekomst en die boodschap was daarna nog enkele malen herhaald. Uiteindelijk mochten de resultaten van Intel er zijn. De omzet en de winst ontwikkelden zich veel beter dan verwacht. Vooral de winst per aandeel van $ 0,40 viel veel hoger uit dan verwacht ($ 0,29). De winst vernegenvoudigde tot een bedrag van $ 2,28 miljard. Het bemoedigende was verder dat de brutomarge uitkwam op 64,7%. Dat is hoog, zeker als je ervan uitgaat dat de markt nog aan het begin van de cyclus staat. Dat kan dan tegelijk ook een reden voor zorg zijn voor beleggers. Piekt Intel niet te vroeg?
Geruststellend was in ieder geval dat de verkopen in alle regio’s van de wereld groeiden en dat wijst op een herstel in de vraag, bijvoorbeeld naar servers bij bedrijven. Intel handhaaft zijn positieve kijk op zaken met verwachtingen voor het eerste kwartaal die opnieuw boven de marktverwachtingen uittoornen.
Is het dan allemaal slechts halleluja? Nee, er blijven wel degelijk vraagtekens. Weliswaar stijgen de verkopen van de pc’s weer, maar het gaat vooralsnog vooral om de consument die een notebook of een netbook aanschaft. Bedrijven in het Westen laten het vooralsnog afweten en dat is uiteraard reden tot zorg. Die afwachtende houding is terug te zien in de voorraadvorming bij Intel. Die is in het afgelopen kwartaal sterk opgelopen. Te hoge voorraden, te snelle margeverbetering, het zijn redenen voor zorg, niet alleen voor de belegger, maar toch ook wel voor diegenen die hopen op een mooi herstel op Main Street. De vraag of Alcoa de uitzondering op de regel is, kunnen we zodoende noch bevestigend, noch ontkennend beantwoorden.
Dr. C.A.M. Wijtvliet
De auteur is zelfstandig gevestigd analist. Hij schrijft over uiteenlopende onderwerpen die de beleggingswereld raken. Daarnaast geeft hij lezingen en presentaties.
Informatie: corwijtvliet@dekritischebelegger.nl
Start met Automatisch Beleggen
De geschiedenis leert geen lessen, maar kan misschien wel een indicatie geven van wat gaat komen. Hoe zal de wereld er na deze pandemie uitzien ?
De wereldeconomie en het bedrijfsleven worden momenteel met tal van problemen geconfronteerd: hoge inflatiecijfers, monetaire verkrapping en de oorlog in Oekraïne.
Vooral vastgoedeigenaren profiteerden van het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) . Aan de andere kant worden huishoudens met lage inkomens gedupeerd.
Christian Sewing roept bedrijven op om zich agressiever aan te passen aan de nieuwe omstandigheden als gevolg van de coronacrisis. Hij denkt dat de crisis langer zal duren dan verwacht.