De Amerikaanse economie blijft veerkrachtig, terwijl aan de andere kant van de Atlantische Oceaan de economische groei in de eurozone in het derde kwartaal verder verzwakte. China van zijn kant worstelt met deflatoire druk en krijgt te maken met een steeds agressievere politieke houding van zijn handelspartners.
Over het algemeen zijn de risico’s momenteel in evenwicht. Een zachte landing voor de wereldeconomie ligt binnen handbereik. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) handhaaft zijn prognose voor de wereldwijde bbp-groei volgend jaar op 3,2%. De raming voor de VS steeg van 1,9% naar 2,2%, terwijl de prognose voor Europa met 0,3% werd verlaagd naar 1,2%. Bedrijfsenquêtes blijven wijzen op een krimpende activiteit in de productiesector. Hoewel de dienstensector de drijvende kracht achter de wereldeconomie blijft, verliest deze geleidelijk aan kracht.
De Amerikaanse economie is zeer veerkrachtig in tegenstelling tot haar Europese tegenhanger. China heeft aangekondigd dat het doortastende fiscale en monetaire maatregelen zal nemen om zijn groei te ondersteunen. Wereldwijd verbetert het inflatiebeeld. In een context van dalende inflatiecijfers zullen de centrale banken hun rentetarieven voor de rest van 2024 en in 2025 waarschijnlijk stapsgewijs verlagen. De Europese Centrale Bank (ECB) kan gedwongen worden om het tempo van haar versoepelingscyclus op te voeren.
Enerzijds blijft er veel onzekerheid bestaan vanwege de kans op steeds meer handelsconflicten, geopolitieke spanningen en hoge begrotingstekorten. Anderzijds zullen de dalende inflatie, de versoepeling van het monetaire beleid en het sterkere economische herstel in China de komende kwartalen waarschijnlijk een belangrijke impuls geven aan de wereldeconomie.
VS: veerkrachtige economie
De Amerikaanse economie blijft veerkrachtig. De laatste tekenen wijzen op een toenemende stabilisatie. Gezonde economische cijfers hebben in oktober de vrees voor een recessie weggenomen. De laatste raming voor de bbp-groei in het derde kwartaal is 2,8% op jaarbasis. Het persoonlijk inkomen en de gezinsbestedingen stijgen licht, wat erop wijst dat de economie weliswaar afkoelt, maar nog steeds groeit. De consumentenvraag is stabiel en de detailhandelsverkopen waren in september verrassend positief. Toekomstige renteverlagingen zouden de recente stijging van het consumentenvertrouwen verder moeten versterken. De industriële productie bleef zwak in september. De dienstensector herstelde zich merkbaar in oktober, aangezien zowel de verwachtingen als de nieuwe orders stegen. Het banenrapport overtrof de verwachtingen met de verrassende toevoeging van 254.000 banen, hogere gemiddelde lonen en een daling van de werkloosheid tot 4,1%.
Deze cijfers geven aan dat een zachte landing voor de economie binnen handbereik is. De inflatie veranderde in september slechts licht. De consumptieprijsindex daalde met 0,1% tot 2,4%, wat vooral te danken is aan lagere energieprijzen en huurprijzen. De kernindex van de consumptieprijzen steeg daarentegen met 0,1% tot 3,3%, meer dan verwacht. Aangezien de economie stabiel lijkt, zou de kernindex voor consumptieprijzen tot het einde van het jaar op dit niveau kunnen blijven.
Eurozone: tekenen van stagnatie
De economische groei in de eurozone verzwakte verder in het derde kwartaal. De opleving verliest aan kracht en er zijn zorgwekkende tekenen dat de eurozone na een goede start in 2024 opnieuw in een periode van stagnatie terecht kan komen. Ondanks het feit dat de werkloosheid een recordlaagte van 6,4% heeft bereikt en de lonen stijgen, is het langverwachte herstel van de consumptie uitgebleven. De spaarquote van Europese gezinnen is hoger dan vóór de pandemie, wat in schril contrast staat met de Amerikaanse economie. Enquêtes over de economische activiteit wijzen voor de tweede achtereenvolgende maand op een afname van de activiteit in oktober. Vermeldenswaard in dit verband zijn de aanzienlijke vertraging in de Duitse industriële sector en een vertraging in de Franse dienstensector. De perifere landen van de eurozone doen het veel beter.
In de toekomst vormt de vereiste begrotingsconsolidatie een extra hindernis voor de Europese groei. De inflatie daalde in september tot slechts 1,7% door lagere energieprijzen. Dit is onder het streefbereik van de ECB. Terwijl de kerninflatie licht daalde naar 2,7%, bleef de diensteninflatie hardnekkig stabiel op 3,9% op jaarbasis. Zelfs als de basiseffecten er alleen al voor zorgen dat de inflatie tegen het einde van het jaar stijgt, verwachten we dat de desinflatoire trend aanhoudt. Na drie renteverlagingen van elk 25 basispunten zet dit de deur open voor verdere en mogelijk grotere renteverlagingen in de komende maanden. Gezien de neerwaartse risico’s voor de Europese economie achten we een versnelde cyclus van renteverlagingen door de ECB gepast en waarschijnlijk.
China: deflatoire druk
Het Chinese bbp is op jaarbasis met 4,6% gegroeid. De Chinese economie kampt met een zwakke binnenlandse vraag, hoge werkloosheid en een vastgoedcrisis. Het consumentenvertrouwen en de investeringen in vaste activa werden hierdoor negatief beïnvloed. China worstelt met deflatoire druk en krijgt te maken met een steeds agressievere politieke houding van zijn handelspartners. Dat de voorlopende indicatoren voor de verwerkende industrie niet langer op een krimping wijzen, is een lichtpuntje.
Daarentegen wijst de overeenkomstige enquête voor de dienstensector voor het eerst sinds december vorig jaar op een vertraging. Deflatie raakt steeds meer verankerd en is moeilijk te bestrijden. In september steeg de consumptieprijsindex met slechts 0,4%, terwijl de kernindex voor consumptieprijzen met 0,1% op jaarbasis steeg. De producentenprijzen daalden daarentegen met 2,8% op jaarbasis. Uit bezorgdheid over de vertraging van het groeimomentum kondigden de Chinese autoriteiten eind september een belangrijke beleidswijziging aan.
Beijing voerde zijn inspanningen aanzienlijk op en kondigde een breed en veelomvattend pakket maatregelen aan om de jaarlijkse groeidoelstelling te halen. De PBoC overtrof de verwachtingen door verschillende belangrijke rentetarieven te verlagen en de vereiste reserveratio te verlagen tot het laagste niveau sinds 2018. Ze verlaagde ook de rente op leningen voor de vastgoedsector en kondigde plannen aan om de markt te stabiliseren. Het ministerie van Financiën zinspeelde op een herziening van de begroting om de vastgoedsector te ondersteunen, het probleem van de schulden van lokale overheden op te lossen en de kapitaalbasis van grote staatsbanken te versterken.
Concrete fiscale maatregelen zijn er nog niet. Politieke leiders beloofden enkel “de nodige fiscale uitgaven” om de arbeidsmarkt te stimuleren, de gezinsbestedingen te ondersteunen en de vastgoedmarkt te stabiliseren. De laatste combinatie van maatregelen zou een keerpunt kunnen betekenen in het economische beleid van Beijing. Vanwege het gebrek aan details zijn de financiële markten nog niet volledig overtuigd.