Het Griekse probleem is voor Europa welbeschouwd een beperkt probleem. Het gewicht van de Griekse economie bedraagt in het grotere Europese geheel nog geen 2%. Dat is niets vergeleken met Spanje. Dit land is de vierde economie binnen de eurozone en neemt de twaalfde plaats in op de wereldranglijst.
De problemen van Spanje zijn overigens van een andere aard dan die van Griekenland. De staatsschuld bedraagt nu ongeveer 80% van het bruto nationaal product. Dat is niet onoverkomelijk groot. Dit beeld is enigszins vertekend, omdat niet duidelijk is hoe groot de schulden van de 17 Spaanse regio’s zijn. Als daar duidelijkheid over komt dan is het zeer wel mogelijk, dat de staatschuld al boven 100% ligt.
Waardeloos vastgoed
De basis van de werkelijke problemen liggen elders. Het werkelijke probleem heet voor het ogenblik dan ook niet de overheid, maar de bankensector. Spaanse banken hebben de afgelopen decennia heel veel geïnvesteerd in de vastgoedsector. De snelle groei van de Spaanse economie was dan ook te danken aan de boom in het vastgoed. Door de financiële crisis is daar plotseling een einde aan gekomen. Spaanse banken hebben voor minimaal € 85 miljard aan waardeloos geworden vastgoed op de balans staan.
Om een verdere verzwakking van het bankwezen te ondervangen heeft Spanje € 100 miljard ontvangen uit het Europese Noodfond om die sector te herfinancieren. Maar ook deze ingreep wekt te weinig vertrouwen. Het is nog maar zeer de vraag of het bedrag voldoende is. Spaanse banken en in het bijzonder Bankia hebben niet alleen voor enorme bedragen aan (waardeloos geworden)vastgoed op de balans staan, ze hebben bovendien hun LOTR leningen bij de ECB gebruikt om staatsleningen van het eigen land op te kopen in de hoop zo de rente omlaag te duwen. De korte duur van de reliefrally als reactie op de Griekse verkiezingen was ook toe te schrijven aan het groeiend besef op de financiële markten, dat het Griekse drama zich afspeelt op een zijtoneel. Op het hoofdtoneel vervult Spanje de hoofdrol.
Steunpakket
Door het steunpakket is schuld van de Spaanse overheid in een klap met eenzelfde bedrag gestegen. De vraag is of die schuld houdbaar is. De markt twijfelt hieraan en daardoor is de gevraagde rente op 10-jaars schatkistpapier tot boven 7% gestegen. Hierdoor dreigt Spanje in dezelfde vicieuze cirkel als Griekenland terecht te komen. Het land moet steeds meer lenen tegen een steeds hoger percentage om aan zijn schulden te voldoen. De banken zien hun financiële positie verder ondergraven door hun bezit aan dubieus schatkistpapier. De buitenlandse belegger vertrouwt deze situatie niet en heeft zijn te goeden en beleggingen al van de bank gehaald en naar een veilige haven overgebracht. Steeds meer Spaanse beleggers en spaarders zijn geneigd dit goede voorbeeld te volgen.
Al deze problemen gecombineerd doen vermoeden, dat Spanje binnenkort zal moeten aankloppen bij het Europees Stabiliteitsmechanisme voor een nog grotere steunaanvraag. Het is maar zeer de vraag of het ESM daar wel toe in staat is. Zo niet dan zal Duitsland moeten bijspringen. Weigert mevrouw Merkel, dan zal Spanje de eurozone moeten verlaten. Dat zou het einde van de euro kunnen inluiden.
Evenals in Griekenland is uiteindelijk de gewone Spanjaard het echte slachtoffer van de financiële crisis. Nu al is 24,1% van de beroepsbevolking werkloos en bijna 50% van de jeugd beneden 25 jaar.
Gelet op de verwachte krimp van ruim 1,5% van de economie is 2012 zal de stijging voorlopig aanhouden.
Oplossingen
Het kan dus op korte termijn gebeuren dat er zich een Grieks scenario ontwikkelt voor Spanje: het land kan steeds moeilijker terecht op de financiële markten en de grote bankensector van het land komt steeds meer in zwaar weer. Komt de nood aan de man, dan is een ding zeker: het Europese Stabiliteitsmechanisme is niet groot genoeg om Spanje financieel afdoende bij te staan. In het uiterste geval zal dan ook Spanje de eurozone moeten verlaten.
Het is uiterst twijfelachtig of de eurozone een Spaans vertrek kan overleven. De belangrijkste oorzaak daarvan is dat bij een Spaans vertrek de toekomst van Italië in het geding komt. Dit land wordt op de financieel markten steevast in een adem genoemd met Spanje. Het voornaamste probleem van de Italianen is hun enorme staatsschuld. Die bedraagt bijna € 2 biljoen en het land moet maandelijks voor vele miljarden herfinanciering zoeken. Als Spanje vertrekt zal het wantrouwen van markten zich richten op Italië met als meest waarschijnlijke uitkomst steeds hogere financieringslasten. Als de 3de en 4de economie in de eurozone gaan schuiven, dan is het einde van de zone een feit.
Hoewel de crisis al sinds 2009 Europa teistert, heeft dit werelddeel weinig ondernomen om diepgaand te hervormen. Dat heeft onnodig veel tijdverlies opgeleverd en de noodzaak is alleen maar gegroeid. De meest genoemde oplossingen zijn inmiddels welbekend:
- Europa voert naast een monetaire unie een fiscale unie in. Dat betekent dat een pan-Europese minister van financiën komt die begrotingen van de lidstaten mag goed- of afkeuren. Het probleem is, dat de lidstaten een deel van hun bevoegdheden moeten opgeven. Dat stuit voorlopig nog op groot verzet.
- Een Europese bankenunie in combinatie met een depositogarantiesysteem moet het toezicht op de Europese bankensector regelen en tegelijk de belangen van de consument veilig stellen. Dat vermindert de kansen op een bankrun bij een van de lidstaten. Dit idee kan geleidelijk op meer sympathie rekenen van de Duitsers en is daarmee op termijn zeker niet kansloos.
- Het invoeren van eurobonds. Hierdoor mutualiseert Europa de schulden van de lidstaten. Zodoende daalt de rente van landen als Spanje en Italië, maar stijgt die voor landen als Duitsland en Nederland. Het is daarom begrijpelijk dat dit voorstel voorlopig op weinig steun van laatstgenoemde landen mag rekenen. Snelle invoering lijkt daarmee onmogelijk, ook al zouden speculanten brodeloos worden.
Kortom, als het water heel Europa niet aan de lippen komt te staan dan zullen deze voorstellen voorlopig op geen genade te rekenen bij veel Noord-Europese politici.
Dr. C.A.M. Wijtvliet
corwijtvliet@dekritischebelegger.nl
Het kan dus op korte termijn gebeuren dat er zich een Grieks scenario ontwikkelt voor Spanje: het land kan steeds moeilijker terecht op de financiële markten en de grote bankensector van het land komt steeds meer in zwaar weer. Komt de nood aan de man, dan is een ding zeker: het Europese Stabiliteitsmechanisme is niet groot genoeg om Spanje financieel afdoende bij te staan. In het uiterste geval zal dan ook Spanje de eurozone moeten verlaten.