Traditioneel wordt onderwezen dat “kapitaal” in economische zin een productiefactor is. De verstrekkers van kapitaal krijgen voor het ter beschikking stellen van kapitaal een beloning in de vorm van winst en/of rente. Het gaat dan om de beloning van “financieel kapitaal”.
In de loop van de jaren is de betekenis van het woord kapitaal uitgebreid; tegenwoordig wordt ook gesproken en geschreven over “menselijk kapitaal” en “sociaal kapitaal”. Met de term menselijk kapitaal duidt men op de waarde van opleidingen en verworven vaar-digheden. Bij sociaal kapitaal gaat het om gedeelde waarden en normen; dat leidt tot vertrouwen tussen mensen die in een samenleving acteren. Gevolg daarvan is een verlaging van de transactiekosten en een verhoging van de productiviteit omdat mensen elkaar op basis van vertrouwen (meestal) diensten leveren die in economische zin als hulpbron fungeren.
De morele betekenis van sociaal kapitaal wordt bepaald door het onderlinge vertrou-wen, de wederzijds erkende verplichtingen en de sociale betrokkenheid die voor de transacties voorondersteld zijn.
Het belang van sociaal kapitaal wordt sinds de publicaties van Robert David Putnam (Port Clinton Ohio) door velen erkend. Zelfs een bolwerk van economen als de wereld-bank schroomt niet het belang van sociaal kapitaal te onderstrepen.
“Social capital refers to the institutions, relationships, and norms that shape the quality and quantity of a society’s social interactions. Increasing evidence shows that social cohesion is critical for societies to prosper economically and for development to be sustainable. Social capital is not just the sum of the institutions which underpin a society – it is the glue that holds them together.” (Wereldbank)
Sociaal kapitaal kan, net zoals financieel- en menselijk kapitaal, bijdragen aan een vergroting van het vermogen van een samenleving toegevoegde waarde te produceren. Met betrekking tot het vooronderstelde vertrouwen kan onderscheid gemaakt worden tussen concrete en generieke wederkerigheid. In het eerste geval is er sprake van een ingevulde afspraak (ik doe iets voor jou en jij doet iets voor mij). Bij generieke wederke-righeid is de tegenprestatie nog niet ingevuld. Wel wordt er op vertrouwd dat (als het nodig is) die tegenprestatie zal worden geleverd. Zo bezien kan de gangbaar geworden omgang van de overheid in Nederland met zorg, onderwijs, sociale zekerheid en pensioenen er toe leiden dat de vertrouwensbasis, die nodig is voor ieder goed functionerend economisch- en politiek systeem, schade oploopt.
Onderzoek in de VS heeft duidelijk gemaakt dat samenlevingen die hoger scoren op generieke wederkerigheid, in termen van efficiëntie, economisch succes, veiligheid, gezondheid en welzijn succesvoller zijn dan gemeenschappen waarin wantrouwen een dominante rol speelt. Tevens werd duidelijk dat het ontbreken c.q. verdwijnen van sociaal kapitaal vaak samenging met ont-ideologisering van de politiek en met persoonsverheerlijking (mannetjes maken). De kwaliteit van de politieke en economi-sche besluitvorming in een samenleving lijkt beïnvloed te worden door de omstandigheid dat wantrouwen zich doorvertaalt naar het bestuur.
Daarnaast is uit onderzoek naar voren gekomen dat er een verband is tussen sociaal kapitaal, instituties (zoals bv een sociaal vangnet, vrij toegankelijk en hoogwaardig onderwijs etc) en denkbeelden. Als goede voorzieningen gepaard gaan met inspirerende mythes die mensen motiveren om vooruit te komen, dan zal het succes van de samenleving worden vergroot.
De, door de Franse econoom Piketti gesignaleerde, toenemende ongelijkheid in de verdeling van geaccumuleerde koopkracht (financieel kapitaal) kan ook in Nederland worden gesignaleerd. Cijfers die o.a. door de Volkskrant openbaar gemaakt zijn liegen er niet om. Vooral de verdeling van vermogen doet Nederland tot de mondiale koplo-pers in ongelijkheid behoren. De door “vrije markt apostelen” zo zeer bepleite globali-sering leidt vooral voor financieel kapitaal, dat zeer mobiel is, tot voordelen. De lagere inkomensgroepen hebben er doorgaans geen belang bij als hun arbeid wordt overge-nomen door een onderbetaalde werkkracht uit een lage lonen land of een immer werk-willige robot.
Ondertussen dragen bedrijven en vermogenden, gezien hun aandeel in de belasting-opbrengsten, steeds minder bij aan de collectieve middelen. De uit “Quantitative Easing” en andere ruim-geld politiek voortkomende gelden worden bovendien niet besteed aan investeringen laat staan aan extra werkgelegenheid.
De duizend grootste beursgenoteerde ondernemingen in de wereld hebben hun kas-posities, ondanks enorme aankoopprogramma’s van eigen aandelen en bedrijfsover-names, ten opzichte van zes jaar geleden verdubbeld. Zolang de winst per aandeel kan stijgen door aandeleninkoop (i.p.v door omzetstijging) en de beurskoersen stijgen als gevolg van QE is een wijziging van dat gedrag niet waarschijnlijk.
Ook overheden hebben de laatste jaren niet geïnvesteerd. De publieke investeringen zijn in Europa, door afgedwongen bezuinigingen, op een historisch laag niveau geko-men. Bij een rente op overheidsschuld van minder dan 1% zou het toch mogelijk moeten zijn om als overheid geld te verdienen op investeringen in infra-structuur, alternatieve energie of onderwijs.
De crisis heeft ondertussen, zeker in Europa, de capaciteit zelf te herstellen aangetast. Door de hoge werkloosheid hebben veel jonge werkzoekenden geen kans gehad werk-ervaring op te doen. Investeringen in machines, opleidingen en research werden geremd door strengere banken, bezuinigende overheden, afbouw van sociale zekerhe-den, structurele hervormingen en onzekerheid over financiële stabiliteit en toekomstige vraag. De groei van de arbeidsproductiviteit is sinds de Lehman-crisis gestagneerd.
Vanuit een oogpunt van aanmaken en in stand houden van sociaal kapitaal is er sprake geweest van bedenkelijke ontwikkelingen. Het is bij voorbeeld nauwelijks te geloven dat wanneer grote financiële instellingen van hun schulden worden afgeholpen door een inbreng van collectieve middelen een verhoging of in stand houden van het sociaal kapitaal waarschijnlijk is als de lasten van die operatie moeten worden opgebracht door degenen die politiek risicoloos extra zijn te belasten. Gedacht wordt dan aan studenten (menselijk kapitaal), bejaarden, werkloze oudere werknemers en zieken die met studie-leningen, extra heffingen, structurele hervormingen, hogere premies en eigen risico voor een deel van de kosten moeten opdraaien. Ook hier lijkt op te gaan dat bevoorde-ling van financieel kapitaal leidt tot duurzame vernietiging van een voedingbodem voor sociaal kapitaal.
Vanuit de economische wetenschap worden soms bedenkingen geuit als het gaat om het belang van sociaal kapitaal. Er zijn economen die beweren dat sociaal kapitaal juist verstorend is voor de goede werking van markten.
Daarnaast wordt aangevoerd dat een beschrijving van het mechanisme dat het effect van sociaal kapitaal bewerkstelligt (dus een theorie) ontbreekt.
Ondertussen neemt de ongerustheid over de groeiperspectieven voor de middellange en lange termijn onder economen en politici toe. De rente is extreem laag. De inflatie is ondanks voorspelde hyperinflatie vooralsnog eveneens laag en lijkt zelfs door te zakken naar negatieve waarden dus naar deflatie. Banken voelen zich gedwongen hun buffers aan te vullen. Ze zijn derhalve terughoudend bij het verstrekken van kredieten. Gezins-huishoudingen bouwen versneld schulden af omdat de maatschappij en vooral de over-heid niet meer wordt vertrouwd.
Misschien toch eens denken aan de mogelijkheid op verantwoorde wijze van ons nu nog resterend sociaal kapitaal gebruik te maken in plaats van het te vernietigen?
Auteur: Jan Adriaansen
www.invest4you.nl
De auteur studeerde economie en later informatica met uitstapjes naar o.a. de sociale en psychologische sfeer, marketing en beleggingsleer.
Start met Automatisch Beleggen
Het was feest op de financiële markten in de maand april. Beleggers keken al vooruit naar de periode van herstel na het einde van de coronacrisis.
Vooral vastgoedeigenaren profiteerden van het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) . Aan de andere kant worden huishoudens met lage inkomens gedupeerd.
Is economie een wetenschap? Ik heb mijn twijfels.
Staat de wereld een herhaling van de ineenstorting van het Long Term Capital Management in 1998 te wachten?