De ‘laatste mijl’ staat erom bekend de moeilijkste te zijn. Dit geldt ook voor de strijd tegen de inflatie. Gezien de goede voortuitgang die is geboekt, zullen de westerse centrale banken nu beginnen met het verlagen van de rente. Veel verlagingen zullen het niet zijn. Dit betekent dat het verhaal van een zachte landing van de economie zeer waarschijnlijk blijft. Ethenea ziet geopolitieke conflicten en oplopende staatschulden als potentiële risico’s.
Wereldeconomie klaar voor een zachte landing
De wereldeconomie zal ongeveer in hetzelfde tempo groeien als vorig jaar: met ongeveer 3% tot 3,5%. Dit betekent dat een zachte landing van de wereldeconomie het meest waarschijnlijke scenario blijft. Het is echter belangrijk om de onzekerheden en de regionale verschillen van de vooruitzichten in de laatste publicaties te benadrukken. De Amerikaanse economie vertraagt, maar blijft gezond. De economie van de eurozone heeft het ergste achter de rug en vertoont tekenen van herstel. De Aziatische economieën zijn positief, met een solide groei in India en een geleidelijke consolidatie in de Chinese economie. In de tweede helft van het jaar verwachten we een heropleving, ondersteund door een stabiele arbeidsmarkt en aanhoudende fiscale maatregelen.
De desinflatie gaat verder, maar tegen een veel trager tempo dan vorig jaar. Het risico bestaat dat de verwachte heropleving van de economische activiteit zal leiden tot verdere stijgingen van de grondstoffenprijzen en hogere looneisen, en dat de inflatie daardoor boven de doelstelling van de centrale banken zal blijven. Desondanks zullen centrale banken in mature economieën dit jaar de rente verlagen (beginnend met de ECB). Het beleid zal geleidelijk en voorzichtig versoepelen. De rente zal hoger blijven dan bij eerdere versoepelingen. De grootste uitdagingen voor de wereldeconomie zijn naar onze mening de grote en groeiende nationale schuldenlasten en de geopolitieke situatie.
Zal een renteverlaging een einde maken aan H4L in de VS?
De economische activiteit in de VS kunnen we nog steeds als gezond beschouwen. Sommige gegevens zijn gemengd en inconsistent, ze kunnen wijzen op een vertraging. Ondanks de bestaande onzekerheid beschouwen we een zachte landing nog steeds als het meest waarschijnlijke scenario, vooral vanwege de fiscale inspanningen van een president die zich richt op een herverkiezing. Met een stijging van het aantal jobs (de landbouwsector niet meegerekend) met “slechts” 175.000 en een stijging van de werkloosheid tot 3,9%, zijn er duidelijke tekenen van een versoepeling op de arbeidsmarkt. Na drie maanden van inflatie die de verwachtingen overtrof, waren de gegevens voor april geruststellend: de stijging van zowel de algemene als de kerninflatie vertraagde tot +0,3% voor die maand. De inflatie daalt dan wel geleidelijk, vooral in de dienstensector blijft ze hardnekkig hoog. Er bestaat een risico dat de prijsdruk verder toeneemt. Consumenten maken zich zorgen over beide, en de effecten op hun uitgaven zijn al zichtbaar in de minder uitgesproken stijging van de omzet in de retailsector.
De hervatting van de trend van desinflatie en de geleidelijke versoepeling op de arbeidsmarkt zijn goede tekenen dat het geduld van de Fed zijn vruchten afwerpt. De Fed blijft ervan overtuigd dat haar beleid restrictief genoeg is en uiteindelijk zal helpen om de inflatie terug te brengen naar de doelstelling. Het valt nog te bezien of de eerste renteverlaging, die waarschijnlijk voor het einde van het jaar komt, een einde zal maken aan de trend die onlangs werd omschreven als “higher for longer” (H4L). Er is geen haast bij de Amerikaanse centrale bank, althans niet op het vlak van inflatie. Als er al een renteverlaging gerechtvaardigd zou zijn, dan zou dat eerder omwille van het tweede deel van het mandaat van de Fed zijn, maar de arbeidsmarkt is daarvoor te stabiel. Tenzij dit drastisch verandert, verwachten we hoogstens één of twee renteverlagingen, te beginnen in september.
De eurozone is over het ergste heen
De Europese economie heeft het ergste achter de rug; de periode van stagnatie loopt ten einde en de vooruitzichten worden geleidelijk beter. De technische recessie in het derde en vierde kwartaal van 2023 is voorbij. De reële BBP-groei in het eerste kwartaal was +0,3%. We verwachten dat de economische activiteit in het tweede kwartaal in een vergelijkbaar tempo zal groeien. De studies over de economische activiteit wijzen op een positieve groeidynamiek. De wereldwijde index van inkoopmanagers (PMI) steeg in mei voor de derde opeenvolgende maand en bereikte het hoogste niveau in een jaar. Terwijl de dienstensector blijft groeien, toont de trend in de industrie nu ook een positieve richting. Deze zogenaamde “soft” data contrasteren met “hard” data die nog steeds vrij zwak zijn. Voorbeelden hiervan zijn de industriële productie en nieuwe orders, die nog steeds wijzen op zwakke binnenlandse vraag. Hoewel de werkloosheid met 6,5% dicht bij het historisch laagste niveau ligt, blijft het consumentenvertrouwen negatief. In het eerste kwartaal stegen de lonen met 4,7% op jaarbasis. Deze positieve loonontwikkeling, die ook reële groei is, zal naar verwachting de particuliere vraag in de komende maanden ondersteunen. De inflatie daalt nog steeds, maar in een trager tempo. De stijgingen in mei van zowel de consumentenprijsindex (tot 2,6%) als de kerninflatie (tot 2,7%) laten zien dat de trend van desinflatie geen eenrichtingsverkeer is. Vooral de inflatie in de dienstensector blijft hoog. We verwachten dat de consumentenprijzen niet voor 2025 terugkeren naar de doelstelling van de centrale banken.
China en zijn fragiel economisch herstel
Het Chinese Politbureau merkte op dat de economie een goede start van het jaar had gemaakt, maar plaatste kanttekeningen bij “onvoldoende vraag” en “een externe omgeving die … onzekerder is”. Politieke leiders blijven een proactief expansief financieel beleid nastreven om hun BBP-groei-doelstelling voor het jaar te bereiken.
Het monetaire beleid blijft ondersteunend. Beleidsinstrumenten zoals rentetarieven en de reservevereisten zullen flexibel worden ingezet, en een stabiele wisselkoers heeft hoge prioriteit vanwege de onzekerheid over het Amerikaanse monetaire beleid. Het economisch herstel blijft ongelijkmatig en de ontwikkeling van de vastgoedsector onzeker. Diverse initiatieven werden in mei gelanceerd om de noodlijdende vastgoedmarkt te ondersteunen: naast het afschaffen van de ondergrens voor hypotheekrentes en het verlagen van de minimale aanbetaling voor de kopers van huizen, begon de overheid met de uitgifte van ultralange staatsobligaties. Daarnaast wordt 300 miljard yuan beschikbaar gesteld voor lokale overheden om overtollige woningvoorraden van ontwikkelaars aan te kopen. De studies over de economische activiteit wijzen op een gematigde expansie. De productieindustrie groeit, terwijl de dienstensector licht verzwakt. De voorzichtige tekenen van verbetering in de wereldwijde vraag vormen een buffer voor de Chinese economie. De focus van het economisch beleid ligt op het versterken van de binnenlandse vraag. De inflatiegegevens verbeterden, met een stijging van de algemene CPI in april (+0,3% j/j) en een herstel van de kern-CPI (+0,7% j/j) na een zeer zwakke groei in maart. De producentenprijzen blijven in deflatoir gebied vanwege de aanhoudende zwakte in de vastgoedsector (-2,5% j/j). De geopolitieke situatie blijft gespannen en onzeker. De regering-Biden heeft de tarieven op verschillende Chinese importproducten verhoogd en Peking heeft gewaarschuwd voor mogelijke vergeldingsmaatregelen. Een hervatting van de handelsoorlog zou niet alleen de nog fragiele economische opleving in China bedreigen, maar ook de wereldeconomie vertragen.
Door Luca Pesarini: Chief Investment Officer & Portfoliomanager bij ETHENEA