Het nog jonge jaar heeft tot nu toe weinig goeds gebracht voor Nederland en Europa. Er lijkt in ieder geval voor het moment een einde gekomen aan de mooie opwaartse trend op de financiële markten. Aan de bedrijfsresultaten kan het niet liggen, want bedrijven als Philips, ASML en Infineon laten een mooi herstel in de resultaten zien. De markten hadden echter al op die mooie uitkomsten gerekend en waren daar op vooruit gelopen.
Ontbrekend momentum
In de tweede helft van 2009 leken Duitsland en Frankrijk zich te ontworstelen aan de recessie. Duitsland liet in het derde kwartaal van afgelopen jaar een groei zien van 0,7% zien. Dat was verrassend sterk, zeker in vergelijking met de Verenigde Staten die toen nog een negatieve groei lieten zien. De optimistische geluiden waren niet van de lucht en het heette dat het Rijnlands model superieur was aan het Angelsaksische. Nu amper een maand onderweg in 2010 zijn al die optimistische geluiden weggeëbd. De groei in Duitsland is verpieterd en komt nog amper boven 0% uit en in dat opzicht doet Duitsland het even goed of even slecht als het Verenigd Koninkrijk, het symbool van het Angelsaksische model in Europa.
Het gebrek aan economische groei in Europa, in de Europese Unie is terug te voeren op een probleem, waar we al lang mee kampen: het nagenoeg ontbreken van een verbetering in de productiviteit. In 2009 noteerde de Europese Unie een daling in de ontwikkeling van d productiviteit van 1%. Dat was voor het eerste in bijna een halve eeuw. Dat staat in schril contrast met de stijging van 2,5% in de VS en zeker met de groei van 8,2% in China. In het lopende jaar zal Europa wel een stijging van de productiviteit laten zien en wel van ongeveer 2%, maar opnieuw verliest Europa terrein op de VS waar de groei op 3% becijferd wordt en zeker op China, waar de groei opnieuw in de buurt van de 8%.
De verklaring voor de ‘matige ‘prestatie van de EU is voor een deel terug te voeren op het beleid om de gevolgen van de crisis te verzachten. In veel landen van de Europese Unie zijn overtollige medewerkers met behulp van de overheid in dienst gehouden. Dat was en is uiteraard heel sociaal, maar het doet de productiviteitsontwikkeling geen goed. In de VS hebben werkgevers snoeihard gereageerd op de crisis. Ze hebben tot op het bot gesneden en de overgebleven werknemers met succes tot grotere inspanningen gedwongen en zodoende de basis gelegd voor een redelijk sterk herstel in 2010.
Het gevaar is niet denkbeeldig dat de EU in 2010 alsnog de rekening gepresenteerd krijgt voor haar sociale beleid in 2009. Als het herstel al handen en voeten krijgt in 2010 dat zal het niet gepaard gaan met een herstel van de werkgelegenheid. Eerder dreigt het omgekeerde het geval te worden. De economische groei kan wel eens gepaard gaan met een oplopende werkloosheid, omdat maatregelen ter bescherming van de werkgelegenheid in dit jaar ten einde gaan lopen. Ze worden ook onbetaalbaar.
Chinese mercantilsme
Er is voor de EU nog meer reden voor grote zorgen. Dit werelddeel kampt alweer twee decennia met een matige ontwikkeling van de productiviteit. Dat was geen ramp toen de VS de enige echte concurrent was. Maar dat is niet langer het geval. Opkomende economieën als Brazilië, India en zeker China maken al jaren een stormachtige economische ontwikkeling door en hebben zich ontwikkeld tot hele serieuze en geduchte concurrenten. Europa heeft heel veel moeite zich aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid. Om maar eens een voorbeeld te noemen. Nog maar enkele weken geleden maakte het bedrijf Wärtsila bekend dat het stopte met zijn productie van scheepsschroeven in Drunen, in Nederland.
De productie wordt overgeplaatst naar China, de grootste markt voor de scheepsbouw. De woordvoerder van Wärtsila liet weten dat de overplaatsing min of meer was afgedwongen door de Chinezen. Die bewering werd in tweede instantie afgezwakt. China heette de grootste markt te zijn en daar hoort een verstandig bedrijf te zijn. Er is reden om vraagtekens te zetten bij die sussende verklaring.
The Financial Times wijst in een recent artikel op de enorme R&D inspanningen van China. De wetenschappelijke productie in dat land is enorm en nadert die van de VS. De krant wijst er ook op dat China heel hard werkt om niet alleen grondstoffen, maar ook ontbrekende, maar gewenste praktische knowhow van over de grens te halen. Het beleid dat China heeft daarmee mercantilistische trekjes.
Neem nu opnieuw Wärtsila. Weliswaar blijft de R&D op het gebied van de scheepsschroeven in Drunen, maar het bedrijf gaat in China, al dan niet vrijwillig, samenwerken met een Chinese instelling voor R&D. Met andere woorden, het is slechts een kwestie van tijd voordat ook de R&D voor scheepsschroeven uit Drunen en dus uit Nederland verdwijnt. Is dat erg? Ja, da is heel erg. Het maken van scheepsschroeven is een hoogwaardige technologie, die tamelijk uniek is in de wereld. Die vertrekt nu uit een land waar de industriële basis toch al smal is. Met het verder verschralen van die industriële basis wordt geknaagd aan de welvaart van niet alleen de ontslagen Drunense werknemer, maar indirect aan de welvaart van heel Nederland en Europa. Als het een beetje tegenzit, volgen er nog talloze Wärtsila´s. Het ergste is wel, dat ‘we’ er allemaal bij staan te kijken en niet in beweging komen.
Er is niet alleen een stagnatie in de productiviteitsontwikkeling maar ook in het denken in termen van wereldwijde concurrentie. Vooralsnog ontbreekt het in Nederland en in Europa aan de wil om te winnen. Wordt Europa inderdaad het grote openluchtmuseum, zoals Amerikanen en Chinezen dat al enige jarenmeesmuilend opperen?
Dr. C.A.M. Wijtvliet
De auteur is zelfstandig gevestigd analist. Hij schrijft over uiteenlopende onderwerpen die de beleggingswereld raken. Daarnaast geeft hij lezingen en presentaties. Voor meer informatie: corwijtvliet@dekritischebelegger.nl
Bezoek ook ons forum op https://www.dekritischebelegger.nl/forum/ en discussier actief mee. Klik hier om u aan te melden.
Wilt u op de hoogte blijven van de laatste tips en opinies van De Kritische Belegger?
Abonneer u dan op onze gratis e-mail alert service. KLIK HIER
Start met Automatisch Beleggen
Er wordt nu veel verkeerde informatie naar buiten gebracht dat #Omicron 'mild' is. Dat is onzin.
Crises hebben een onbetwistbaar nut. Ze leggen onbarmhartig de zwakke plekken in het systeem bloot. Dat gebeurt ook deze keer en opnieuw is duidelijk, dat het financieel allesbehalve robuust is.
Hoge schulden zijn op termijn allesbehalve een pretje. Op dit moment groeien de schulden in recordtempo. Hoe komen we ervan af, voordat onherstelbare schade is aangericht?
En weer gaan centrale banken de rente verlagen. Ditmaal om de effecten van het coronavirus in te dammen. Maar heeft het eigenlijk wel zin ?
Met de verdwijning van de productie volgt van nature ook de kennis.
De leuze om de kenniseconomie hier te vergroten zonder de productiefaciliteiten aan te passen is een zinloze weg mijn inziens.
Ik ben met je eens dat het idee dat bedrijven behoren te bestaan ten behoeve van de werknemers die het in dienst heeft, krankzinnig is. Het werkt efficientie en productiviteit tegen en verliesgevende bedrijven (itt winstgevende bedrijven) onttrekken uiteindelijk welvaart aan de maatschappij.
Echter, het verplaatsen van bepaalde bedrijven naar het buitenland is een exact vergelijkbaar mechanisme; voor de mens is het goed dat men daar de dingen doet waar men dat het beste kan. Uitbesteding en verkoop van industrieen heeft dan ook nooit geleid tot een verpieterde economie. Het leidt allemaal tot beter specialisme, hogere productiviteit en meer welvaart, voor de mensheid als geheel. China’s opkomst, staat dan ook absoluut niet gelijk aan onze neerval, net als dat de opkomst van de VS, van Japan en Zuid Korea dat ook niet was.
Nederlandse bedrijven shoppen ook veelvuldig in het buitenland. En het streven naar het behouden van industrieen is totaal onpraktisch (onze welvaart ging niet verloren toen Fokker ophield te bestaan, en we zijn slecht in auto’s bouwen zoals Spyker jaar na jaar laat zien, we moeten deze dingen niet willen doen, maar focussen waar we goed in zijn, iaw waar we op wereldwijde schaal kunnen concurreren en dat zijn enorm veel grote bedrijven.)