Einde van de zomer

De groeizorgen die in augustus ontstonden, zijn overdreven. We verwachten nog steeds een wereldwijde groei van ongeveer 3%. De inflatie blijft afnemen, maar het risico bestaat dat de prijzen tegen het einde van het jaar opnieuw onder druk komen te staan. In september begint ook in de VS de monetaire versoepeling. Nu de inflatie dicht bij de doelstellingen ligt en de groei niet meer dan gematigd is, komt er een reeks renteverlagingen.

In termen van risicoperceptie slingert de slinger momenteel van inflatie naar groei. Dit veroorzaakte een verhoogde marktvolatiliteit, vooral begin vorige maand. Hoewel de wereldwijde economische groei in de tweede helft van het jaar zal vertragen, blijft een zachte landing het meest waarschijnlijke scenario. Wij verwachten een wereldwijde stijging van het bbp met ongeveer 3%. De inflatie neemt momenteel af. Maar het risico bestaat dat de prijsdruk tegen het einde van het jaar terugkeert. Het conflict tussen fiscaal en monetair beleid blijft een probleem.

VS: veel ruimte voor aanpassing monetair beleid

Met een groei van 2,8% op jaarbasis en een gezonde binnenlandse vraag is het bbp voor het tweede kwartaal beter dan verwacht. De laatste gegevens bevestigen dat het restrictieve beleid van de Fed de vraag afremt. De conjunctuuronderzoeken blijven gemengde resultaten opleveren. De inkoopmanagersindex voor de verwerkende industrie vertraagde in augustus tot het laagste punt van dit jaar, terwijl de dienstensector in een gezond tempo groeit. Ondanks een merkbare vertraging op de arbeidsmarkt blijft het merendeel van de economische cijfers erg gezond. Met een werkloosheidscijfer dat voor de vierde maand op rij is gestegen en dat met 4,3% het hoogste is in bijna drie jaar, is de “Sahm-regel” in werking getreden. In het verleden leidde de activering van deze regel altijd tot een recessie in de VS. Volgens ons is deze bezorgdheid momenteel echter misplaatst. Het begrotingsbeleid blijft zeer stimulerend en zelfs na de verkiezingen van november voorzien we weinig verandering in de richting van begrotingsconsolidatie.

De Fed staat klaar en maakte duidelijk dat het zwaartepunt van haar dubbele mandaat verschoven is van inflatiebestrijding naar ondersteuning van de arbeidsmarkt. De renteverlagingscyclus begint in september en voor het einde van het jaar zullen er nog meer renteverlagingen volgen. Gezien de inflatie van 2,9% (kerninflatie van 3,2%) is er voldoende ruimte om het monetaire beleid aan te passen.

Eurozone: ECB niet zo agressief als de Fed

De economie van de eurozone heeft zich in het tweede kwartaal verder hersteld, zo blijkt uit tussentijdse cijfers. Het bbp groeide in het tweede kwartaal met +0,3% op kwartaalbasis, wat vergelijkbaar is met de eerste drie maanden van het jaar. Terwijl Duitsland teleurstelde, deden Spanje en Frankrijk het beter. Ondanks het goede kwartaalresultaat vertraagt de opleving in de eurozone. Zowel de harde cijfers als de voorlopende indicatoren zijn zwak. Hoewel de inkoopmanagersindex steeg dankzij het eenmalige effect van de Olympische Spelen, blijft de productiesector het moeilijk hebben. Tegen de achtergrond van een recordlaag werkloosheidscijfer van 6,5% verbetert het consumentenvertrouwen in de eurozone, hoewel het onder de piek van na de pandemie blijft. De desinflatie pauzeerde in juli: de consumentenprijsindex steeg licht met 2,6% en de kernindex bleef onveranderd op 2,9%. In de dienstensector bleef de inflatie hardnekkig rond de 4%. De stijging van de lonen en salarissen op basis van onderhandelingsakkoorden was in het tweede kwartaal trager en bedroeg 3,6%.

Hoewel de ECB haar beslissingen van vergadering tot vergadering neemt, vergroten de laatste gegevens – vooral de vertraging van het economisch momentum – de kans op een renteverlaging in september aanzienlijk. Op dit moment verwachten we dat de ECB niet zo agressief zal zijn als de Fed met haar renteverlagingen. Het renteverschil tussen de euro en de Amerikaanse dollar wordt kleiner en dat is op dit moment een van de grootste argumenten ten gunste van de euro.

China: verdere politieke steunmaatregelen

De economische groei in China verzwakt en de politieke leiders moeten extra steun verlenen om de bbp-doelstelling van 5% voor 2024 te halen. De economie van het land lijdt onder de zwakke arbeidsmarkt, de trage gezinsbestedingen en de aanhoudende tegenwind van de vastgoedsector. De voorlopende indicatoren geven ook geen bijzonder positief beeld: De productiesector blijft negatief, de nieuwe orderstroom is matig, het consumentenvertrouwen is zwak en de dienstensector krimpt. De afzwakkende binnenlandse vraag moet worden gestimuleerd door de rente te verlagen en andere overheidsmaatregelen te nemen om de inkomens te verhogen, het socialezekerheidsnet te verbreden en de consumptie van diensten te stimuleren. Om het probleem van de buitensporige schuldenlast van de lokale overheden op te lossen, zijn er uitgebreide plannen gemaakt om de financiën te versterken. De Chinese economie kan nog steeds vertrouwen op zowel de export als de industriële productie – die dankzij de overheidsuitgaven flink groeit. Door de spanningen met de belangrijkste handelspartners kan de ontwikkeling van de handelscijfers echter niet zomaar naar de toekomst geëxtrapoleerd worden.

De consumenteninflatie steeg in juli licht (+0,5% j/j) door de voedselprijzen en seizoensinvloeden. Over het algemeen blijft de Chinese economie echter vechten tegen deflatoire tendensen. Vanwege de aanhoudende zwakte verwachten we de komende maanden verdere politieke steunmaatregelen.

Door Luca Pesarini: Chief Investment Officer & Portfolio Manager bij ETHENEA

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.