Gisteren verlaagde de Europese Centrale Bank (ECB) het belangrijkste rentetarief waartegen banken in de eurozone geld kunnen lenen van 0,25 naar 0,15 procent. De depositorente wordt voor het eerst negatief met min 0,1 procent, wat historisch uniek is.
Deze renteverlaging duidt in weerwil wat de politici mogen zeggen zoals Rutte en Dijsselbloem, dat de crisis niet voorbij is, zeker niet voor de gewone man. In een crisis treedt er een herverdeling van de welvaart op. Het voornaamste aspect is het welvaartsverlies van de modale burger ten gunste van de kapitaalbezitters omdat de bergen liquiditeit die in de markt is gepompt voor een behoud van kapitaal zorgt en zelfs dit stimuleert.
De aandelenbeurzen reageerden euforisch op het bericht: de Europese beurzen stegen naar de hoogste stand in zes jaar en Wall Street tikte een nieuw record aan. De wereldbeursgraadmeter FTSE All-World equity index kwam boven de top van 2007 uit. De renteverlaging zorgt voor goedkopere krediet waarmee belegd kan worden.
ECB-president Draghi is bezorgd over het herstel van de Europese economie en een mogelijke deflatiespiraal. De recente maatregelen zoals het verlagen van de rente en het bieden van goedkoop geld aan het bankwezen, mochten zij geld willen uitlenen aan het MKB zijn gericht op het stimuleren van de economie en op het drukken van de waarde van de euro om de export een zetje in de rug te geven.
Het beleid van de ECB gaat hiermee de maatregelen van de Engelse centrale bank en die van de Japanse monetaire autoriteit achterna. De vraag is natuurlijk hoe effectief deze maatregelen zullen zijn. In Japan kampen ze met een torenhoge overheidsschuld terwijl het bedrijfsleven en de economie nauwelijks herstel hebben laten zien.
Beleid van centrale banken moeten niet zo zeer gezien worden als bepalend maar eerder dat ze worden bepaald uit economische overwegingen. De monetaire autoriteit reageert op veranderingen in de economie en past haar beleid daarmee aan. De echte oorzaak van de lage rentes is daarmee de bestaande overcapaciteit in verschillende sectoren van de economie. Die zorgt voor een werkloosheid en dalende prijzen. De ECB reageert hierop door de rente te verlagen.
Voor bedrijven is het belangrijk dat omzet en winst voldoende stijgen om te investeren en geld lenen de moeite waard is. Bij overcapaciteit hebben bedrijven geen stimulans om te investeren en hebben banken geen zin om veel geld uit te lenen. Dat is dus de echte oorzaak van deflatie. Grote bedrijven potten geld op in belastingparadijzen en geven obligaties uit om aandelen te kopen zodat de koersen stijgen en zij daarmee dividend kunnen uitkeren aan aandeelhouders. Zie het voorbeeld van Apple: https://www.dekritischebelegger.nl/aandelen/fondsen/apple-zwemt-het-geld-maar-leent-toch/. Het midden -en kleinbedrijf willen lenen maar banken weigeren dat omdat zij als een risico worden gezien. De LTRO-maatregel van de ECB is erop gericht banken aan te zetten tot meer kredietverlening aan deze bedrijven.
Het is de vraag voor leningen die bepalend is en niet het aanbod. Meer krediet in een situatie van lage winstgevendheid in Europa, gekoppeld met bezuinigen en dalende reële inkomens houden deze vraag tegen. Je kunt een paard naar de rivier brengen maar het niet dwingen om te drinken. Veel ondernemingen willen niet investeren in een omgeving waar de winstgevendheid laag blijft. Dat is ook het geval in de Verenigde Staten waar de winsten gepiekt lijken te hebben. Dit is dus geen situatie waar duurzaam herstel mogelijk is. Zie ook onderstaande grafiek van dshort.com waar u kunt zien dat de reële inkomens onder druk staan.
Als de ECB slaagt in de opzet om de inflatie te verhogen en de waarde van de euro te drukken is dat slecht nieuws voor de gemiddelde Europese huishouden. De maatregelen van de Japanse centrale bank (BoJ) hebben geleid tot meer inflatie maar de werkloosheid is niet afgenomen en de lonen zijn gestegen. De Japanse misère index (werkloosheid tezamen met inflatie) is op het hoogste niveau in 33 jaar!
Ironisch hebben de ECB maatregelen niet de waarde van de euro gedrukt tegenover de dollar en de Britse pond. Dat is omdat de Verenigde Staten en andere overheden ook bezig zijn met valutaoorlogje spelen en beleggers niet overtuigd zijn dat de ECB voldoende heeft gedaan. Iedere overheid is naast “samenwerking” verwikkeld in een concurrentiegevecht, om de eigen export te stimuleren bij een dalende wereldhandel. Het is dus een race naar de bodem op valutagebied.