Het gaat redelijk goed met de wereldeconomie. Het zwaartepunt van de groei ligt in het Oosten, maar geleidelijk aan wint het herstel in de VS aan kracht. De bedrijven laten opnieuw een beter dan verwachte omzet- en winstgroei zien en eindelijk begint de werkloosheid te dalen. Ook Europa laat weer groei zien, maar hier wordt de groei nog voornamelijk gegenereerd door Duitsland. Landen als Nederland, België en Polen liften mee op het Duitse succes.
Schulden, schulden en stijgende prijzen
Is daarmee alles weer zoals het was voordat het huis Lehman viel? Zijn rust en stabiliteit weer terug? Nee, zegt het IMF, in een recent rapport, beslist niet. Er is nog veel wat te wensen overlaat en het gevaar voor een nieuwe crisis loert wereldwijd. Natuurlijk gaat het geleidelijk beter, zo concludeert het rapport, maar er is nog weinig reden tot tevredenheid, laat staan zelfgenoegzaamheid. De ontwikkelde landen kampen nog steeds met enorme tekorten en zeker in de VS staat het monetair beleid nog steeds in het teken van Quantative Easing. In Europa gaat het maar zo zo met de financiële sector en veel banken zitten nog in de gevarenzone. Een van consequenties daarvan is weer, dat de kredietverlening te wensen over laat en dat smoort potentiële snellere groei. Daarnaast zit de consument in de VS en in het Verenigd Koninkrijk nog tot over de oren in de schuld. Het zal verder weinigen nog verrassen als landen als Portugal en Griekenland een streep zetten door hun buitenlandse schuld met als gevolg dat een aantal banken kopje onder gaan (ING?!).
Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, kampen de Opkomende Landen met hun eigen problemen. De kern van de problemen is een uit de hand gelopen kredietverlening en oververhitting van de economie. Te denken valt aan landen als Argentinië, Brazilië, India en Indonesië. Volgens het IMF gaat het in deze landen snel de verkeerde kant op met de inflatie. Die stijgt schijnbaar onstuitbaar. En dan is er nog het gevaar van een onroerend goedbubbel. Een groot deel van de explosieve kredietgroei in landen als Turkije gaat richting de vastgoedsector.
Tenslotte ondervindt de wereld de negatieve gevolgen van de sterk stijgende prijzen voor commodities. Die prijzen gaan omhoog door een onzalige combinatie van politieke onrust in het Midden Oosten, de niet te stillen honger van een land als China en gelijktijdige misoogsten in meerdere voedselproducerende landen. Die stijgende prijzen wakkeren de inflatie nog verder aan in de Opkomende Landen en vergroten het risico op stagflatie in Europa en de VS.
Remedies
Als een probleem groot is, dan is de remedie meestal niet erg aantrekkelijk. Een forse wereldwijde renteverhoging is nodig om de stijging van de prijzen voor commodities de kop in te drukken. Maar een forse renteverhoging tast niet alleen het prijsniveau aan, maar ook de koopkracht van de consument. Een ander aspect is de druk op wisselkoersen van een aantal Opkomende Landen. Wereldwijde renteverhogingen zullen de druk om de wisselkoersen aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid alleen maar vergroten. Een land als China voelt daar vooralsnog weinig voor en slaagt er bovendien prima in om de wisselkoersen goed te managen. Weer andere landen zijn bang het slachtoffer te worden van het monetaire beleid van de VS als ze hun wisselkoersen aanpassen en zo tekorten gaan opbouwen. Dat gevaar is alleen maar te bestrijden door intensieve controle uit te oefenen op de kapitaalstromen, maar of open economieën hiertoe in staat zijn, is maar zeer de vraag.
Een laatste remedie voor een mogelijk stilvallen van de economische groei is dat van een rebalancing van de vraag. De Opkomende Landen zouden een deel van de weggevallen vraag in de ontwikkelde landen kunnen compenseren door meer te importeren. Het IMF stelt echter vast dat dit proces al dreigt te sterven voor het goed en wel op gang is gekomen. Bovendien wordt een onevenredig deel van het aanpassingsproces in de vraag gedragen door landen die dat eigenlijk niet moeten doen. Die hebben vaak geen of weinig overschotten. Dit is het paard achter de wagen spannen.
Kortom, de wereldeconomie is aan de beterende hand. Maar hier geld toch, dat één zwaluw beslist nog geen zomer maakt. Laten we echter wel hopen dat het dit jaar nog gaat zomeren.
Dr. C.A.M. Wijtvliet
corwijtvliet@dekritischebelegger.nl
De auteur is onafhankelijk financieel analist. Hij is tevens partner bij De Weygerbergen, bureau voor performancemeting en vermogensbegeleiding in Eindhoven, www.Weygerbergen.com.