De eerste tien jaar van dit millennium waren voor de westerse beurzen geen onverdeeld succes, sterker nog: 2000-2010 wordt door sommige beleggers als een verloren decennium beschouwd. De vraag rijst, of we ons inmiddels in een beter beleggingstijdperk bevinden. Gaan aandelen de komende jaren structureel beter renderen?
Rendement op rantsoen
Per saldo waren de eerste tien jaren van dit millennium ‘magere jaren’ voor beleggers in aandelen van westerse bedrijven. Graag willen we geloven dat de ‘vette jaren’ inmiddels begonnen zijn en dat 2010-2020 per saldo een prachtdecennium wordt voor beleggers. Maar wie de recente ontwikkelingen van de beurskoersen in ogenschouw neemt, wordt daar niet vrolijk van. Hoezo ‘vette jaren’? De rendementen lijken eerder op rantsoen te zijn. Het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw toont aan dat beleggen een spel van de lange adem kan zijn, ofwel: een lange termijnhorizon is wenselijk.
Onderzoek
Misschien ben je het ermee eens dat je alleen moet beleggen als je een lange termijnhorizon hebt. Dan nog blijft de vraag wat die beleggingen jou over twintig of dertig jaar zullen hebben opgeleverd. Door de jaren heen is er veel onderzoek gedaan naar de rendementen van aandelen, ook vanuit wetenschappelijke hoek. In dat kader is het onderzoek dat gedaan is door Elroy Dimson, Paul Marsh en Mike Staunton (elk verbonden aan de London Business School) interessant. Het onderzoek dateert uit 2003 en is uitgevoerd aan de hand van gegevens over een zeer lange periode: 103 jaar (1900-2002; over lange termijnhorizon gesproken). Wat opvalt, is dat genoemde wetenschappers geen rooskleurig beeld proberen te schetsen van het rendement op aandelen (niet voor niets draagt het rapport de titel ‘Irrational Optimism’).
Amerika niet representatief
Zo wijst men erop, dat in andere onderzoeken (te) sterk wordt geleund op rendementen die op de Amerikaanse beurzen zijn gerealiseerd in de afgelopen decennia. Die rendementen zijn niet representatief voor het wereldwijde rendement op aandelen, zo betogen de onderzoekers. De twintigste eeuw was de eeuw van de Amerikanen. De VS hebben in die tijd een enorme economische groei doorgemaakt; ook op de Amerikaanse beurzen was sprake van een hausse. Waren de Amerikaanse beurzen rond 1900 goed voor circa 22% van het wereldwijde kapitaal dat in aandelen geïnvesteerd was, in 2003 was dat maar liefst 54%.
De Amerikaanse aandelenmarkt heeft het in de twintigste eeuw dan ook beduidend beter gedaan dan de aandelenmarkten van de meeste landen, met name in de decennia na de Tweede Wereldoorlog. Naast de VS keken de onderzoekers naar (alle) vijftien landen waarvan koersgegevens over de genoemde periode van 103 jaar beschikbaar waren. De beurzen in het merendeel van deze landen presteerden minder goed dan die in de VS. Bovendien zijn er volgens de onderzoekers redenen om aan te nemen dat de hoge rendementen van de twintigste eeuw door de Amerikanen niet kunnen worden herhaald in de eenentwintigste eeuw.
Hoogste rendement met aandelen
De prestaties van de aandelenbeurzen in het eerste decennium van deze eeuw lijken het vermoeden van de onderzoekers te bevestigen. Toch staan Dimson, Marsh en Staunton niet negatief tegenover het beleggen in aandelen. Vooruitlopend op het tweede deel van deze column: aandelen vormden de best presterende beleggingscategorie van de twintigste eeuw en zullen volgens de onderzoekers waarschijnlijk weer als winnaar tevoorschijn komen in de eenentwintigste eeuw. De eerste tien jaren van deze eeuw mogen de beursgeschiedenis ingaan als een verloren decennium, er liggen nog altijd kansen voor aandelenbeleggers.
Allard Gunnink
CoBeleggen
Disclaimer
Allard Gunnink is als redacteur en columnist betrokken bij CoBeleggen, een initiatief van de Beleggers Coöperatie. Deze column is niet bedoeld als beleggingsadvies. De auteur kan posities hebben in (beleggingsinstrumenten op) onderliggende waarden die hij beschrijft.