Momenteel maken velen in de financiële wereld zich druk over het feit of de markt al dan niet te hard gestegen is en of we een correctie mogen verwachten. En hoe diep de beurzen dan vervolgens weer zullen zakken. Voor beleggers wier beleggingshorizon aan de beperkte kant is zijn dat ongetwijfeld belangrijke bespiegelingen.
Beleggers die zich meer op de lange termijn oriënteren doen er echter goed aan te beseffen dat echt grote financiële klappers vooral gemaakt worden tijdens lange termijn bewegingen op de markt. En dan zijn koersbewegingen van een procentje of tien slechts klein bier zoals de Belgen plegen te zeggen. Wanneer beleggers er in slagen een groot gedeelte van een opgaande cyclus mee te maken en uit te zitten worden rendementen gerealiseerd waar de dagelijkse koersbewegingen volstrekt bij in het niet vallen.
Over de lange termijn gesproken. De afgelopen 100 jaar waren aandelen de best renderende belegging. De Dow Jones-index – de enige index die zo lang bestaat – realiseerde over deze lange periode een koerswinst van gemiddeld 5 % per jaar. Daar komt nog het dividendrendement bij. Dat bedroeg over deze periode gemiddeld 4 % per jaar. Grofweg zou men dus kunnen stellen dat een belegging in aandelen de afgelopen 100 jaar gemiddeld 9 % per jaar zou hebben opgeleverd. Daarmee zijn aandelen de best renderende belegging.
En waar de beleggingsindustrie uit marketing overwegingen bij voorkeur een bepaalde periode “uitkiest” om een bepaald beleggingsfonds aan te prijzen valt er met een dergelijk lange periode moeilijk te marchanderen. Want deze periode werd gekenmerkt door zware oorlogen, crises, depressies, gierende inflatie, deflatie, spectaculaire rallies en niet minder tot de verbeelding sprekende crashes. Kortom, een rendement van 9 % gemiddeld per jaar vormt een redelijk goede afspiegeling van wat beleggers in aandelen op de – zeer – lange termijn mogen verwachten.
Helaas kunnen de meeste beleggers zich niet de luxe veroorloven er zo’n lange beleggingshorizon op na te houden. En naarmate deze horizon korter wordt is het moment van in- en uitstappen van steeds groter belang. Zo moest een belegger die de pech had te beginnen met beleggen in 1929 tot 1954 wachten voordat hij eindelijk zijn inleg weer terug had. Een periode van 25 jaar beleggen zonder enige koerswinst! Het in deze jaren ontvangen dividend verzacht dit teleurstellende resultaat wel enigszins.
Een belegger die in 1966 op het lumineuze idee kwam in aandelen te gaan beleggen was niet veel beter af. Deze pechvogel diende te wachten tot 1982 voordat hij weer op zijn aanvangsniveau was aanbeland. Nu kun je stug blijven volhouden dat beleggen in aandelen een lange termijn bezigheid behoort te zijn maar een over een dergelijk groot uithoudingsvermogen beschikt vrijwel niemand.
Zoals gezegd is het juiste instapmoment van zeer groot belang. Zo had een belegger begin 2000 op basis van de tien daaraan vooraf gaande jaren tot het oordeel kunnen komen – velen deden dat – dat een belegging in aandelen hem tot een staat van grote rijkdom zou kunnen gaan brengen. Aandelen hadden in de tien daaraan vooraf gaande jaren gemiddeld 15 % per jaar opgeleverd. Helaas. In de daar op volgende periode bedroeg het verlies op aandelen gemiddeld 2 % per jaar.
Maar waar het rond 2000 een zeer ongelukkig moment was om aandelen te kopen is dat zo’n negen jaar later nu juist niet het geval. Zo wijst onderzoek uit dat er niet minder dan 21 perioden zijn geweest van tien jaar waarin er een verlies op de beurs werd geleden. En steeds blijkt dat de daar op volgende periode van tien jaar goede resultaten gerealiseerd werden.
Een fenomeen dat in de beleggingswereld reversion to the mean wordt genoemd. In maar liefst 100 % van de gevallen – altijd dus – stond de beurs tien jaar later hoger wanneer de tien voorafgaande jaren een verlies hadden opgeleverd. En in de meeste gevallen waren de rendementen over zo’n periode hoger dan gemiddeld.
Er zijn geen garanties op de beurs. Maar deze cijfers zijn niet eenvoudig te negeren. Ze maken beleggers in ieder geval duidelijk zich niet te veel aan te trekken van de enorme hoeveelheid “ruis” die er dagelijks in de media over hen wordt uitgestort. Aan commentaren of een beurs nu hoog staat of niet kan men het beste niet te veel aandacht besteden.
De AEX staat nu bijvoorbeeld op 300 punten. Dat is nog altijd 400 punten lager dan negen jaar geleden. Dat is ruim 57 %. Staat de beurs hoog? Ach, het is maar hoe je het bekijkt.
Jan-willem Nijkamp
Werkzaam voor Inmaxxa Vermogensbeheer