Het is alweer zover! In de loop van juli komt een regen van kwartaalcijfers over ons heen. Kwartaalcijfers mogen sowieso rekenen op de bijzondere belangstelling van de financiële wereld. De belegger wil immers graag weten wat hij mag verwachten van zijn portefeuille. Ditmaal gaat de belangstelling verder.
De brandende vraag is of de kwartaalcijfers een indicatie geven van de economische ontwikkeling in de wereld. De afgelopen weken leek immers de economische groei in de Europese Unie en in de VS te stagneren. In de VS blijft de huizenmarkt onder water en lijkt het herstel op de arbeidsmarkt slechts een kort leven beschoren.
In Europa flakkeren keer op keer de zorgen over de financiële stabiliteit van de zogeheten knoflooklanden op en wacht menigeen met spanning de uitkomst van de stresstest voor banken af. Ondertussen neemt in beide delen van de wereld het tempo van economische groei af. Voeg daar aan toe, dat binnen de G20 eigenlijk geen overeenstemming bestaat over hoe nu de huidige onzekerheid het best aan te pakken en het ligt voor de hand dat de vrees voor een zogeheten double-dip, een hernieuwde recessie, de afgelopen weken toenam.
De enge uitzondering op de sombere regel is Duitsland dat dankzij zijn ijzersterke en hoogwaardige industriële poot amper aan de exportvraag kan voldoen. Duitsland vervult weer zijn traditionele rol als locomotief in Europa en dat is iets waar we in Nederland weer van profiteren, maar dat terzijde.
Eén zwaluw maakt nog geen zomer
Traditiegetrouw is Alcoa het eerste grote bedrijf dat zijn cijfers presenteert. De verwachtingen waren niet erg hooggespannen. De aluminiumreus heeft de laatste kwartalen voortdurend teleurgesteld en het bedrijf is een achterblijver in de Dow. Het idee is geleidelijk gegroeid, dat het herstel min of meer aan het bedrijf is voorbij gegaan. Bovendien leunt het bedrijf zwaar op zijn thuismarkt de VS waar de industriële basis steeds smaller wordt.
Groot was de opluchting toen bleek dat het bedrijf de verwachtingen overtrof met een winst per aandeel van $ 0,13 in plaats van $0,11. De winstverbetering was uiteraard ten dele te danken aan immer voortschrijdende bezuinigingsinitiatieven, maar vloeide ten dele ook voort uit een herstel van de vraag. Zo verwacht Alcoa dat de automotive sector dit jaar 8% meer aluminium zal afnemen dan afgelopen jaar. Het management voorziet trouwens herstel in al zijn afzetmarkten voor aluminium. Dit jaar zal het volume groeien met 12%. Dat is goed nieuws, want dat impliceert dat het economisch herstel niet verpietert. De kanttekening is wel, dat de vraag vooral uit de zogeheten BRIC-landen komt.
We zijn er echter nog lang niet en dat maakt een simpel voorbeeld duidelijk. Alcoa heeft nog steeds een deel van zijn productiecapaciteit stil gelegd.
Meer Pc’s, meer servers
Hoewel het cijferseizoen op het moment van schrijven nog niet echt op stoom is gekomen, is er al een tweede bedrijf, dat een indicatie kan geven van de gezondheid van de economie, met cijfers gekomen. Het gaat om de technologiereus Intel. Het bedrijf kwam met zeer sterke en daarom geruststellende resultaten. Het bedrijf noteert dat bedrijven weer nieuwe Pc’s en servers gaan bestellen. Dat wijst op een herstel in het vertrouwen voor de nabije toekomst en het betekent evenzeer dat bedrijven klaar willen zijn om zoveel mogelijk te kunnen profiteren van een hernieuwde vraag uit de markt. Investeringen in state of the art technologie moeten immers het concurrerend vermogen verbeteren.
Dat wil niet zeggen, dat alles koek en ei is. De voorraden beginnen weer op te lopen en het lijkt erop, dat de vraag uit de consumentenhoek tegenviel.
As de zon schijnt voor Intel, dan mag het Nederlandse ASML zich ook in de warmte van deze zon koesteren. ASML maakt immers apparatuur waarmee bedrijven als Intel hun processors maken. Het afgelopen kwartaal was top voor ASML en het lijkt er niet op, dat de vraag in 2010 al verslappen. Volgens het bedrijf uit Veldhoven hebben chipproducenten weer uitbreidingsplannen en daarmee bevestigt ASML een rapport van onderzoeksbureau Gartner dat onlangs een verdubbeling voorzag van de investeringen in semicinductor capital equipement. Het kan dan ook niet anders of de investeringen in 2011 zien er een stuk minder florissant uit.
Technologie, een aanrader
Hoewel het nog vroeg in het seizoen is, lijken ASML en Intel de toon gezet te hebben. Beleggers mogen voorzichtig optimistisch zijn over de komende resultaten. Maar zijn meer redenen om hoopvol vooruit te kijken. De waardering voor technologie aandelen is behoorlijk gedaald in 2010. De sector is nog nooit zo goedkoop geweest sinds 1992, volgens Bloomberg. Tegelijkertijd hebben veel grote bedrijven binnen en buiten de VS hun vrije kasstromen fors weten te verbeteren en beschikken ze over een goedgevulde kas. Als we uit mogen gaan van de mededelingen van Intel, staan bedrijven op het punt die gelden te investeren in de laatste technologie. Maar de sector zelf beschikt ook over welgevulde kassen. Intel heeft bijvoorbeeld $ 11 miljard in kas. De sector zal een deel van haar kas gebruiken voor de ontwikkeling van nieuwe technologie, maar kan ook besluiten een deel aan te wenden voor het verhogen van het dividend of om eigen aandelen in te kopen.
Het zijn immers schrale jaren geweest voor de gemiddelde belegger!
Dr. C.A.M. Wijtvliet
De auteur is zelfstandig gevestigd analist. Hij schrijft over uiteenlopende onderwerpen die de beleggingswereld raken. Daarnaast geeft hij lezingen en presentaties.
corwijtvliet@dekritischebelegger.nl
Bezoek ook ons forum en discussieer actief mee.Klik hier