De wereldeconomie is veel veerkrachtiger gebleken dan verwacht. Tegen de achtergrond van gemengde gegevens en grote onzekerheden blijft het scenario van een langdurige economische cyclus aanhouden. Toch wijzen de vertraagde impact van de monetaire verstrakking, de hardnekkig hoge inflatie en de meer restrictieve financiële voorwaarden op een tragere groei. Ervan uitgaande dat er zich geen verdere externe schokken voordoen, zouden de grote economieën in de nabije toekomst een ernstige recessie moeten kunnen vermijden.
Volgens ons kernscenario groeit de wereldeconomie in 2023 met iets minder dan 3%. Hoewel de geïndustrialiseerde landen enkele kwartalen van lage groei tegemoet gaan, zal de steun komen van China en de opkomende markten. De “zachte” cijfers wijzen al op een positieve trendombuiging in de eerste helft van het jaar. In de eerste plaats op het vlak van het consumentenvertrouwen, dat vanuit een lage basis is verbeterd, en in de tweede plaats qua voorlopende indicatoren voor de dienstensector. Een stabiele arbeidsmarkt, aanhoudend robuuste consumentenbestedingen, voortdurende begrotingsmaatregelen en de daling van de inflatie blijken de economische bedrijvigheid te ondersteunen. De reactie van de autoriteiten op de crisis bij regionale banken in de VS heeft weliswaar een systeemcrisis voorkomen, maar de hogere financieringskosten en strengere criteria voor kredietverstrekking zullen de komende kwartalen op de economische groei wegen. Tegelijkertijd vertraagt ook de groei in China.
De strijd tegen de inflatie werpt vruchten af na de meest agressieve renteverhogingscyclus in decennia. De algemene inflatie heeft zijn hoogtepunt bereikt en is nu duidelijk aan het dalen. De kerninflatie daarentegen blijft in veel regio’s te hoog en zou kunnen aanhouden. De centrale banken moeten waakzaam blijven, gezien de aanhoudende opwaartse druk op lonen, huren en diensten. Hoewel het einde van de monetaire verstrakking nadert, is de doelstelling nog niet bereikt. De centrale banken in de geïndustrialiseerde landen hebben het tempo van de renteverhogingen vertraagd en zullen in de tweede helft van het jaar een pas op de plaats maken om het effect van hun beleid te meten. Als de daling van de totale vraag niet volstaat om de inflatie binnen afzienbare tijd terug te dringen tot het streefcijfer van 2%, kan dit tot een verdere verstrakking van het monetaire beleid leiden, met alle gevolgen van dien voor de groeiprognoses.
VS: groeivertraging
De Amerikaanse economie groeide in de eerste drie maanden met 2% op kwartaalbasis, alvorens zich in het tweede kwartaal te stabiliseren. Het uitgestelde effect van het monetaire beleid en de strengere kredietvoorwaarden zullen waarschijnlijk tot een tragere groei leiden, hoewel er geen tekenen zijn van een dreigende recessie. Er is volledige werkgelegenheid, hoewel de vraag naar werknemers in veel sectoren afneemt. Buitensporige loonstijgingen worden beteugeld. Het inkomen en de uitgaven van de gezinnen blijven gezond. Het consumentenvertrouwen vertoont een opwaartse trend tegen de achtergrond van een record-lage werkloosheid. De aanhoudend sterke consumentenbestedingen zijn deels te danken aan het aanhoudende gebruik van spaargeld dat tijdens de pandemie is opgebouwd. Er is een aanzienlijke vertraging opgetreden in rentegevoelige sectoren zoals de vastgoedsector. Er zijn aanwijzingen dat de Amerikaanse economie dit jaar langzamer zal groeien, zoals blijkt uit de neerwaartse trend in de industriële productie, bedrijfsinvesteringen en voorlopende indicatoren voor de productie-industrie.
Na de meest agressieve renteverhogingscyclus van de afgelopen 40 jaar heeft de Fed haar doel om de algehele vraag af te remmen gedeeltelijk bereikt en gaat ze nu voorzichtiger te werk, op basis van gegevens. Hoewel de inflatie is afgenomen als gevolg van de vertraging van de economische groei, blijft de onderliggende druk op de prijzen te hoog, vooral in de dienstensector. De Fed zag in juni af van een verdere renteverhoging om het effect van haar restrictievere houding te kunnen inschatten. Door snel en doortastend op te treden, heeft de Fed een zekere speelruimte gekregen die ze nu kan gebruiken om de balans op te maken en een besluit te nemen over de toekomstige richting van het beleid. Haar eigen economische voorspellingen laten zien dat deze pauze echter van korte duur kan zijn. Voorlopig staan renteverlagingen niet op de agenda, en in het geval van een verlenging van de economische cyclus – vergezeld van een aanhoudend hardnekkige inflatie – zal de Fed niet aarzelen om haar verkrappend beleid te hervatten. Volgens ons is de Fed van alle westerse centrale banken het best geplaatst om een zachte landing te bewerkstelligen.
Eurozone: economie kan in de tweede jaarhelft aanzienlijk vertragen
De economie van de eurozone is verbazingwekkend veerkrachtig gebleken. Het restrictievere monetaire beleid en de daling van het reële beschikbare inkomen hebben echter geleid tot een technische recessie tussen het laatste kwartaal van 2022 en het eerste kwartaal van 2023. Een stabiele arbeidsmarkt, overheidsmaatregelen en de daling van de algemene inflatie hebben een sterkere neergang helpen voorkomen. Het consumentenvertrouwen is in de eerste helft van het jaar aanzienlijk verbeterd ten opzichte van het dieptepunt van afgelopen winter. De arbeidsmarkt blijft robuust en de bedrijfsenquêtes wijzen op een expansie, die – net als in de VS – vooral zal worden aangedreven door het herstel in de dienstensector.
Uit de laatste gegevens blijkt echter dat het tempo vertraagt en dat de vooruitzichten op middellange termijn moeilijk blijven. De economie van de eurozone blijft kwetsbaar. De productiviteit is zwak, de productie-industrie glijdt af, de vastgoedsector staat onder druk en de criteria voor kredietverstrekking zijn aanzienlijk aangescherpt. Hoewel de opwaartse druk op de prijzen in de eurozone is afgenomen, blijft de kerninflatie te hoog gezien de stijgende inflatieverwachtingen en snel stijgende lonen. De reële rente blijft diep negatief ondanks de agressieve verkrapping van het monetaire beleid.
Omdat de ECB haar beleid later verstrakte dan de Fed, zal ze haar restrictieve koers langer moeten aanhouden. Het is echter nog maar de vraag of ze erin slaagt de inflatie naar 2% te laten dalen zonder een recessie uit te lokken. Hogere rentetarieven, in combinatie met strengere criteria voor leningen en een hardnekkige inflatie, zullen de veerkracht van de economie van de eurozone op de proef stellen. De tweede helft van het jaar zou dan ook wel eens beduidend zwakker kunnen uitvallen dan verwacht.
China: economisch herstel steeds wankeler
De Chinese overheid heeft voor 2023 een groei voor het bbp van “ongeveer 5%” als doel gesteld. Hoewel deze doelstelling aan het begin van het jaar nog als relatief conservatief werd beschouwd, zullen de autoriteiten waarschijnlijk nog meer gerichte begrotings- en monetaire steunmaatregelen moeten nemen om deze doelstelling te halen. Dat de economie in het eerste kwartaal van dit jaar een aanzienlijk herstel liet zien, met een groei van 4,5%, was uitsluitend te danken aan krachtige beleidsondersteuning. De consumentenbestedingen waren de drijvende kracht en lieten in het eerste kwartaal een dubbelcijferige stijging zien. Dankzij de beleidsmaatregelen en een groot aantal infrastructuurprojecten herstelde de dienstensector zich snel en stabiliseerde de bouwsector zich.
Het herstel begon echter in het tweede kwartaal af te zwakken toen de kapitaalinvesteringen daalden, de internationale vraag afzwakte en de werkloosheid hoog bleef. Bovendien zit de verwerkende industrie in een neerwaartse spiraal, vertoont de kredietverlening een aarzelende groei, daalt de import snel en dalen de prijzen. Toch zal het herstel in China waarschijnlijk de algehele vraag stimuleren en zo de afzwakkende dynamiek binnen de wereldeconomie als geheel opvangen. Dit herstel zal echter steeds wankeler worden en de vooruitzichten zijn onzeker vanwege de geopolitieke spanningen met het Westen.
Geschreven door Michael Blümke, Senior Portfolio Manager bij Ethenea