Verguisd, vervloekt, verwenst, verketterd: het bewaarloon is een, laat ik het netjes zeggen, omstreden fenomeen. Banken en brokers die zich etaleren als kostenvriendelijk ten opzichte van beleggers, blijken vaak in de stoffige kelders van de effectenadministratie toch nog een stukje van het rendement af te knagen. De VEB is er doorgaans als de kippen bij om dergelijke misstanden aan de kaak te stellen.
Mogelijk ligt de weerstand tegen het betalen van een vaste bijdrage per jaar in de naam die voor de kosten worden gehanteerd. Bewaarloon doet nog steeds denken aan stoffige kluizen waar fysieke stukken bewaard werden. In het digitale tijdperk veroorzaakt dat verontwaardiging. Eigenlijk moeten financiële dienstverleners de term ‘bewaarloon’ veranderen in een term die meer aansluit bij de daadwerkelijke aard van de kosten, bijvoorbeeld ‘toezicht- en beveiligingkosten’.
Maar los van het naambordje dat we eraan hangen: is het überhaupt nodig dat er ‘bewaarloon’ in rekening wordt gebracht door financiële instellingen? Werkzaam voor de Beleggers Coöperatie, Co, wil ik het onderwerp ‘bewaarloon’ een keertje vanuit een ander perspectief benaderen. Daarom vanaf deze plek geen klaagzang, maar een paar redenen waarom bewaarloon in bepaalde gevallen misschien te rechtvaardigen is (ik druk me zo voorzichtig mogelijk uit, maar ik hoor u al denken: wat zegt hij nou?).
Om de knuppel maar meteen in het hoenderhok te gooien: de Beleggers Coöperatie brengt wél bewaarloon in rekening. Uw vinger op de muis neigt er nu naar om deze pagina weg te klikken. Niet doen. Gewoon rustig blijven. Misschien wordt het verhaaltje nog leuk. Er zijn namelijk bepaalde redenen waarom een financiële instelling bewaarloon moet rekenen. Dan hebben we het niet over de grote banken en brokers. Zij bedienen de massa en profiteren als zodanig van schaalvoordelen dat bewaarloon voor hen de kers op een toch al royale taart is.
Voor kleinere partijen ligt dat anders, omdat zij simpelweg bepaalde vaste kosten met minder cliënten moeten dekken. Denk bijvoorbeeld aan de vaste kosten voor toezicht door de AFM en DNB. Deze kosten moeten nu eenmaal worden betaald, ongeacht het aantal klanten dat je als financiële instelling onder je hoede hebt. Deze vaste kosten zijn voor de grootbanken -met honderdduizenden klanten- nagenoeg even hoog als voor een kleine effectendienstverlener. Investeringen in websitebeveiliging en dataopslag vormen eveneens een grote kostenpost, ongeacht het aantal beleggers dat gebruik maakt van de aangeboden diensten. Naast de vaste kosten zijn er ook nog de variabele kosten per rekening van de AFM, DNB en de verplichte bijdrage voor de Beleggers Compensatie Regeling. Is het zo vreemd dat dergelijke kosten voor een deel doorberekend worden aan de cliënt?
Die vraag was uiteraard retorisch bedoeld, maar voor wie nog steeds geneigd is met een opstandig ‘ja’ te antwoorden: de Beleggers Coöperatie heeft een constructie bedacht waardoor beleggers wél kunnen besparen op hun bewaarloon. Met die constructie treden we trouwens in de voetsporen van bewaarloonjager VEB, die zelf ooit met het Bottomline-initiatief beleggers de mogelijkheid bood om hun bewaarloon af te kopen. Helaas is dit initiatief ten onder gegaan aan het eigen succes en heeft de VEB het niet meer aangedurfd om een vernieuwde, vergelijkbare oplossing te realiseren. De belangenvereniging komt nu niet verder dan het opruien van beleggers, voorlopig zonder resultaat. Daarom neemt Co de handschoen op en biedt een verbeterde duurzame oplossing voor het afkopen van bewaarloon.
Waar beleggers bij Bottomline vrijstelling kregen van bewaarloon middels een forse afkoopsom, kopen zij bij de Beleggers Coöperatie hun bewaarloon af via een investering in Co Ledencertificaten (aandelen in de coöperatie). Feitelijk is het primaire rendement op de Ledencertificaten de uitbesparing van het te betalen bewaarloon. De bijkomende rendementen zijn een eventuele koersstijging van en dividend op de Co Ledencertificaten. Daarnaast hebben de houders van de Co Ledencertificaten ook stemrecht. U kunt het bewaarloon al afkopen door € 500 te investeren.
Zo is Co ván beleggers en vóór beleggers. Dit in tegenstelling tot het oude VEB Bottomline, waar je een afkoopsom betaalde en waar de aandelen van het bedrijf dat dit mogelijk maakte in handen waren van…. een bank.
Frans de Hoog
Disclaimer
Frans de Hoog is voorzitter van de Beleggers Coöperatie, de beleggingssupermarkt van Nederland. Deze column is niet bedoeld als beleggingsadvies.