Beleggers en Teslafans haalden afgelopen week opgelucht adem. Het troetelkindje van Elon Musk had veel beter gepresteerd dan verwacht. Er was veel om tevreden over te zijn: winst, positieve kasstromen en lagere kosten.
Elon Musk blijft wie hij is: een man van mooie vergezichten. Zijn nieuwe doel is om de immense Chinese markt te veroveren met een lokaal geproduceerde auto. Hij uit die ambitie op een ongelukkig moment. De afgelopen jaren heeft de Chinese overheid de zogeheten new energy vehicles ruimhartig gesubsidieerd. Een vertragende economie noopt de Chinese overheid fors in de subsidies te snijden.
Het resultaat is dat de verkoop van NEVs heel stevig aan het dalen is. Onder deze duurdere omstandigheden komt het dan niet goed uit dat de Chinese Tesla $ 47.000 moet gaan kosten. Die prijs is het dubbele van de concurrentie.
Extra vervelend is, dat de overheid voorschrijft, dat tenminste 4% van de in China geproduceerde auto’s elektrisch moet zijn. Die bepaling heeft als gevolg dat veel elektrische auto’s nu onder de kostprijs aangeboden worden. Tesla had zich een betere start in China gewenst.