Het kon eigenlijk niet anders gelet op de ontwikkeling van de olieprijs in dit jaar. Evenals zijn concullega’s presenteerde ook Shell mooie cijfers over het 3de kwartaal. De winst steeg met meer dan 35% naar een waarde van $ 5,6 miljard. Beleggers, rupsjes nooit genoeg, reageerden teleurgesteld. Ze hadden gerekend op een resultaat van $ 5,7 miljard.
Voor Shell was er echter alle reden voor tevredenheid. Sinds de heftige prijsdalingen in 2014 is het bedrijf erin geslaagd om zijn vaste kosten fors omlaag te brengen, zodat een vat olie nu al winstgevend is bij een prijs tussen $ 40 – $ 50. Juist de grote kostendiscipline vormt de basis van de almaar groeiende winstgevendheid. Die discipline vertaalt zich ook in aanzwellende kasstromen. Die stegen in het 3de kwartaal naar $ 12 miljard tegen $ 7,6 miljard in 2017. Die kastromen stellen de oliegigant in staat om zijn dividend te betalen evenals zijn rentelasten. Daarnaast is er nog geld over om eigen aandelen in te kopen, de schuldenlast te verlagen en te investeren in een schonere toekomst weg van de olie!
Dat klinkt gemakkelijker dan gedaan! De energiesector breekt zich er het hoofd over hoe en hoeveel in schone energie te investeren, terwijl de onzekerheid over de toekomstige vraag naar olie alleen maar stijgt. Bovendien is duidelijk dat de opbrengsten van al die investeringen waarschijnlijk lager uitvallen dan de opbrengst van het traditionele vat olie. Ook Shell worstelt met deze vraag en denkt vooralsnog een oplossing gevonden te hebben om de energietransitie te betalen. Dat denkt het bedrijf te kunnen betalen door op grote diepte op zee naar olie te gaan boren. Dat zijn veelal kapitaalintensieve projecten, maar door de technische vooruitgang zijn ze minder complex en dus ook minder duur geworden.
Daar komt nog bij dat het bij de stijgende olieprijs steeds lucratiever wordt om deze projecten op te starten. Op grote diepte zijn de mooie, grote velden te vinden. Het mooie is ook, dat deze projecten op zee maar voor een handvol bedrijven is weggelegd. Shell hoort bij dit groepje dat slechts 8 leden telt. Het heeft de kennis in huis en het bulkt van het geld!
Shell gaat daarom komende jaren fors investeren in Deepwater. Het gaat om $ 5 – S6 miljard tot 2020. Dat is veel meer dan de investeringen in Schalie of new energies. De inzet is niet voor niets hoog. Shell verwacht dat Deepwater in 2020 voor vrije kasstromen kan zorgen ter waarde van $ 6 – $ 7 miljard bij een olieprijs van $ 60 per vat. Deze enorme kasstromen moeten ervoor zorgen dat Shell de energietransitie probleemloos doorkomt.
Tegelijkertijd moeten die mooie kasstromen beleggers geruststellen. Die voelen weinig voor kostbare investeringen in langlopende projecten, terwijl de toekomst van olie ongewis is. Die zorgen zijn volgens Shell overdreven, want de vraag naar olie zal de komende jaren hoog blijven en de productie van bijvoorbeeld schalie zal absoluut onvoldoende zijn om aan die vraag te voldoen. Ook wijst de groep van 8 erop, dat de kosten voor de projecten zo laag zijn dat ze zelfs bij een prijs van $ 35 winstgevend kunnen produceren. Dat neemt allemaal niet weg, dat ook bij Shell de overtuiging leeft dat de gouden jaren voor olie nagenoeg voorbij zijn. Het is echter wel moeilijk in te schatten wanneer dat precies zal zijn en dus blijven hoge investeringen nodig. Het zijn vooralsnog wel goed renderende investeringen!