De impact van sentiment is omvangrijk. De totale fluctuatie – in indexpunten – ligt maandelijks tussen 10 en 20%. Tenminste, als je dagelijks de uiterste koersuitslagen bij elkaar optelt.
Ga je nog dieper inzoomen, bijvoorbeeld per uur of per minuut, dan blijkt die beweeglijkheid nog vele malen groter te zijn. Iedere, tot zelfs de meest kleine beweging, telt dan immers mee.
De praktische waarde van diep inzoomen op kleine bewegingen is beperkt. Niet alleen de kansen op succesvolle voorspellingen nemen af. Dat zelfde geldt ook voor je handelsmogelijkheden. Marges nemen af terwijl de kostendruk juist toeneemt. Ik noem dat “ruis”.
Door uit te zoomen neemt die “ruis” af. Bijvoorbeeld, door de uiterste bewegingen van week- of maandkoersen op te tellen, in plaats van dag-, uur- of intraday koersen.
De resultaten leveren een globaler beeld. De omvang van de gemeten bewegingen, dus ook de rendementskansen, nemen af. Datzelfde geldt echter ook voor de “ruis”. Het voordeel is dat steeds duidelijker wordt welke bewegingsruimte ook kan worden benut.
Hoe zien de cijfers eruit voor de AEX index?
Van de beweeglijkheid van de AEX, op basis van dagkoersen ruim 1200 punten per jaar, resteren slechts 311 punten als je de koersuitersten van de laatste 12 maandkoersen optelt.
De gemiddelde waarde van de AEX index was 465 over de afgelopen peridode van 12 maanden. Vooropgesteld dat je de (maandelijkse) beweeglijkheid van 311 indexpunten had benut dan had je dus ongeveer 67% rendement kunnen behalen.
Veel minder dus dan 258% op basis van dagkoersen. Echter, met minder “ruis”, dus meer realistisch en haalbaar.
Wat is het alternatief? De traditioneel fundamentele beleggingsindustrie zegt “dat je moet stilzitten als je geschoren wordt”. Dat beleggen een zaak is van geduld, van ”de lange termijn”.
Echter, wat hebben die “handelsregels” opgeleverd? In de afgelopen 30 jaren behaalde een belegger in de AEX index een gemiddeld koersresultaat van 5,37%.
In die periode bewoog de index (op basis van maandkoersen, dus de meeste “ruis” is eruit gefilterd) liefst 10.431 indexpunten. Een veelvoud dus van de 415 punten stijging tussen begin- en eindstand van nu. Bij passief “beheer” blijven ruim 10.000 punten beweging buiten beschouwing.
“Geduld” en de “lange termijn” kosten dus vooral veel rendement.
Nog afgezien van de beheerkosten, die voorstanders van passief beheer actief per maand, kwartaal of jaar aan je doorberekenen. Voor al dat geld kan men niet eens uitleggen hoe “lang” de lange termijn is. Als cliënt heb je dus maar één zekerheid: je blijft betalen zonder concreet perspectief, zonder aantoonbare financiële meerwaarde.
Tijd dus om traditionele “trading principles” nader onder de loep te nemen. En om alternatieven ten tonele te voeren.
Wordt vervolgd.