Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Wordt de economische cyclus korter?

Het gaat niet echt goed met de economie van de westerse landen. De groei in de VS vertraagt, zoveel is duidelijk. Gingen economen van diverse pluimage er aan het begin van het jaar nog vanuit, dat de groei van de Amerikaanse economie geleidelijk zou gaan oplopen naar 4% over het eerste haljaar, inmiddels is het verwachtingspatroon gehalveerd: er zit ongeveer 2% in het vat en meer niet. Ook in Europa zien we vertraging. Juist de locomotief van de Europese economie, Duitsland, begint hinder te ondervinden van vertragingen elders. De bange vraag is of de westerse economieën geleidelijk terug glijden in een double dip.

U bent het waarschijnlijk al vergeten, maar pakweg een jaar geleden werd in het westen dezelfde soort discussie gevoerd. Dat werpt de vraag op of er sinds 2008 iets fundamenteels veranderd in de westerse economieën? Kan het zijn dat de cyclus korter is geworden? Immers, nog maar een of twee maanden geleden stond het thema afbouwen van de zogeheten quantative easing centraal. In juni was het nieuwe thema: moet er een QE3 komen?

Statistisch niet significfant

Wordt de cyclus en het daarmee in samenhang gevoerde beleid korter als gevolg van de crisis van 2008. De vraag stellen is ook die proberen te beantwoorden, zo hebben ze bij Goldman Sachs gedacht. Aan de hand van vijf criteria hebben ze geprobeerd vast te stellen of er inderdaad van een fundamentele wijziging in de cyclus  sprake is. De voorzichtige uitkomst is,dat de cyclus nu inderdaad anders verloopt dan ‘normaal’, maar dat het te ver voert om van een fundamentele breuk met het verleden. Er zijn verschillen, maar die zijn statistisch niet significant. Bij Goldman constateren ze wel, dat er binnen de huidige cyclus meer ‘ mini cycli’ voorkomen dan vroeger. En juist die mini cycli geven de indruk van een voortdurend hollen of stilstaan’’.

Hollen of stilstaan

Als er sprake is van een regelmatige versnellingen en vertragingen in de groei, welke factoren kunnen hieraan ten grondslag liggen? Goldman wijst op twee mogelijke sets van oorzaken.

Er zijn historische bewijzen dat het moeilijk is om na een huizencrisis gecombineerd met een financiële crisis de vraag uit de private sector te herstellen en in stand te houden. De oorzaak is dat de private sector druk doende is de eigen schuldposities af te bouwen. De vraag stijgt echter voornamelijk door stimuleringsprogramma’s maar zakt in als die programma’s aflopen. De inzakkende groei lokt weer nieuwe stimuleringsprogramma’s uit. Dit zien we nu vooral in de VS gebeuren.

Bovendien zijn in een aantal landen ‘liabilities’ uit de private sector overgeheveld zijn naar de publieke sector. Daardoor verslechtert de balans van de publieke sector en dat maakt het er niet gemakkelijker op stimuleringsprogramma’s draaiende te houden .Tegelijkertijd vraagt het om een maatregelen om het uitgavenpatroon van de publieke sector terug te dringen. Ook deze gang van zaken kan de indruk vestigen van hollen of stilstaan.  En dan is er nog het stimulerende monetaire beleid, waardoor geld zo goed als gratis is. Een te lang volhouden van dit beleid kan volgens sommigen of de inflatie opjagen of voor een grote financiële onevenwichtigheden zorgen. In beide gevallen is een land als de VS dan bijzonder kwetsbaar als de groei echt gaat vertragen.

Capaciteitsproblemen

Goldman  Sachs wijst ook nog op een tweede set van samenhangende problemen die een ‘normaal’ groeipad in de weg staan en de indruk bevestigen dat de economie steeds sneller vertraagt of versnelt.

Door het herstel van de wereldwijde groei is de druk op de commodity markets weer vergroot. De vraag overtreft weer het aanbod en dat doet bijvoorbeeld de energieprijzen weer snel stijgen, wat weer ten koste gaat van een herstel in de consumptieve vraag. Als het aanbod dan ook nog verstoord dreigt te worden, zoals in het geval van Libië, dan kunnen genoemde factoren de economische groei gemakkelijker verstoren. Tegelijkertijd worstelen andere belangrijke sectoren van de wereldeconomie nog steeds met een grote overcapaciteit.

Wat op sectorniveau geldt, is ook zichtbaar op landenniveau. Vooral zogeheten Opkomende Markten als India, China en Brazilië hebben zo goed als de grenzen van hun productiviteitsgroei bereikt met alle inflatoire gevaren van dien. Die moeten hoe dan ook gesmoord worden, maar dat mag niet ten koste gaan van de groei. Dat laatste is wel het laatste wat de economieën van de Westerse landen kunnen gebruiken. In deze landen is nog veel productiecapaciteit over. Op zich is dit geen wezenlijk unieke situatie. Nieuw is wel het vroegtijdig signaleren en aanpakken van de inflatoire problemen. Ook dit bevestigt opnieuw het hobbelige karakter van het huidige herstel.

Tenslotte

Uiteindelijk gaat de wereldeconomie gebukt onder sterk divigerende posities van landen en sectoren in de cyclus. Het gaat dam vooral om verschillen in positie van de VS en de belangrijke Opkomende Markten en de verschillen tussen de commodity sector en non-commodity sectoren. Dat schept bijzondere problemen. Bij Goldman gebruiken ze het beeld van een economie die met zijn voeten in een vriezer ligt maar met zijn hoofd in een oven. Gemiddeld kan de temperatuur best aardig zijn, maar het moge duidelijk zijn dat de sterk uiteenlopende problemen om specifieke antwoorden vragen. Probeer zo maar eens een eenduidig vraaggericht beleid te ontwikkelen!

Dr. C.A.M. Wijtvliet
corwijtvliet@dekritischebelegger.nl

De auteur is zelfstandig gevestigd analist. Hij schrijft over uiteenlopende onderwerpen die de beleggingswereld raken. Daarnaast geeft hij lezingen en presentaties. De auteur is als partner verbonden aan De Weygerbergen, bureau voor performancemeting en vermogensbegeleiding in Eindhoven, www.Weygerbergen.com. Hij schrijft zijn columns op persoonlijke titel.

Start met Automatisch Beleggen

Dit bericht delen
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

3 reacties op “Wordt de economische cyclus korter?”

  1. Avatar

    de Baltic Dry Index vertelt me dat we op het zelfde punt zijn dan in het jaar 2002 , 2009. Volgens mij een uitgelezen kans voor kopers.

  2. Avatar
    B. van Dommelen

    Onno, kun je mij eens uitleggen welke deze “zelfde punten” zijn en hoe ze er uit zien? Met andere woorden waarom zijn ze heetzelfde? Bedankt, Janoom

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *