Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Panama Papers : het geheim blijft verborgen

Een jaar lang hebben 376 journalisten uit 78 landen een gehackte database doorgespit, afkomstig van het Panamese advocatenbureau en offshorespecialist Mossack Fonseca.  Uit de gelekte informatie blijkt dat talloze politici, bedrijfsleiders, families maar ook financiers van terrorisme, wapensmokkelaars en drugsmaffiosi grote kapitalen verstopt hebben in 21 verschillende belastingparadijzen.  Toch blijven bij het vrijgeven van de ‘Panama Papers’ meteen het grootste datalek uit de journalistieke geschiedenis, vele vragen onbeantwoord.

Bastian Obermayer, een reporter van de bekende Duitse krant Süddeutsche Zeitung, beweert dat een informant hem contacteerde met de vraag om een financieel schandaal van ongeziene omvang openbaar te maken.  Die bron vertelde Obermayer dat zijn of haar leven in gevaar was en dat hij of zij alleen via versleutelde kanalen met hem wilde communiceren.

Na het bekijken van een deel van de documenten, contacteerde Süddeutsche het in Washington gevestigde ‘International Consortium of Investigative Journalism’ (ICIJ).  In 2013 had dit journalistenplatform reeds meegeholpen met de coördinatie van gelekte offshoredata in 2013 en met het zogenaamde ‘Swiss Leaks’ (belastingfraude via het Zwitserse filiaal van de Britse bankreus HSBC).  Voor het op 4 april naar buiten brengen van de enorme stapel ‘Panama Papers’, werkte het ICIJ opnieuw samen met bekende westerse nieuwsorganisaties zoals The Guardian, de BBC, Le Monde enz.

De hoegrootheid van het nu ontdekte materiaal is bijzonder indrukwekkend : 2.600 gigabyte aan schijfruimte, 11,5 miljoen documenten (meer dan het gecombineerde totaal van Wikileaks Cablegate, Offshore Leaks, Lux Leaks en Swiss Leaks), 3 miljoen databestanden, 2,1 miljoen pdf’s en 4,8 miljoen e-mails.  Süddeutsche claimt dat het gaat om 214.488 schermvennootschappen en 14.000 klanten van Mossack Fonseca, verspreid over meer dan 200 landen. De publiek gemaakte informatie omvat de periode van 1977 tot december 2015. Bekende individuen die genoemd worden zijn voetballer Lionel Messi en acteur Jackie Chan maar ook de entourage van Russisch president Poetin, de vader van de Britse premier Cameron, 70 vroegere of huidige internationale politici alsmede zes van de rijkste Belgische families.

Een eerste interessante kwestie heeft te maken met de aard van de uitgebrachte documentatie.  Zoals gezegd gaat het om gehackte of gestolen informatie.  Naar alle waarschijnlijkheid kan dergelijke informatie niet weerhouden worden als bewijs en dus zullen juristen er een flinke kluif aan hebben.

In 2013 slaagde de bekende klokkenluider Edward Snowden er in om 60 gigabyte aan geheime informatie te kopiëren. De ‘Panama Papers’, zoals vermeld 2.600 gigabyte groot en daarmee 43 keer meer dan wat Snowden kon verzamelen, bevatten bedrijfsgegevens die decennia overlappen.
Volgens de officiële versie wilde een werknemer van Mossack Fonseca wraak nemen omwille van onethische praktijken.  En lekte hij of zij daarom dat enorme documentatiepakket aan Süddeutsche. Wie gelooft echter dat een enkele persoon beslag kon leggen op een dergelijke enorme hoeveelheid zeer gevoelige data ?  Zonder daarvoor geld te vragen ?

Ook over de rol van ICIJ en haar samenwerking met grote westerse nieuwsbedrijven rijzen pertinente vragen. De organisatie die het ICIJ in het leven geroepen heeft, is het eveneens in Washington gevestigde Center for Public Integrity (CPI).  Onder de sponsors van het CPI bevinden zich enkele stichtingen van bekende steenrijke Amerikaanse families en individuen :
Ford Foundation
Carnegie Corporation of New York
Rockefeller Brothers Fund en Rockefeller Family Fund
W K Kellogg Foundation
Open Society Foundations (van George Soros)

Zowel The Guardian als de Süddeutsche Zeitung hebben overigens hun onderzoeksmethodologie bekendgemaakt : een eigenhandig ontworpen zoekmachine stelde hen in staat om in de database een aantal geselecteerde zoekopdrachten uit te voeren. De voormalige Britse ambassadeur voor Oezbekistan, Craig Murray, merkt hierbij op dat in eerste instantie alleen landen en individuen geviseerd worden die door de Verenigde Staten als ‘onsympathiek’ worden beschouwd : Zimbabwe, Noord-Korea, Rusland (Vladimir Poetin), Iran en Syrië.

Tot nu toe worden in dit omvangrijke onderzoek noch de grote westerse multinationals, die eigenaar zijn van de belangrijkste westerse mediakanalen, noch de westerse miljardairs genoemd.  Terwijl het vermoeden bestaat dat ook zij klant zijn bij Mossack Fonseca.
Dit alles doet Murray besluiten dat er, achter het – selectief – filteren van de Panamese informatie door de establishment media, een westerse regeringsagenda speelt waarbij de rijkste 1% wordt beschermd.

In dit verband is het eveneens merkwaardig dat 441 Amerikaanse klanten van Mossack Fonseca (nog) niet vermeld werden in dit dossier. De bekende en doorgaans goed ingelichte onthullingswebsite Zerohedge acht het niet uitgesloten, dat het Panamaschandaal geen andere bedoeling heeft dan het bewust uitschakelen van ‘offshoreconcurrenten’ van Amerikaanse vrijhavenspecialisten zoals de Rothschildfamilie.

Zonder meer opmerkelijk is de gelijkenis van het uitlekken van de ‘Panama Papers’ op 4 april 2016 met het bekend raken van de zogenaamde ‘Operation Offshore Leaks’ op 4 april 2013.  Ook toen lanceerde het ICIJ, samen met leidende westerse mediabedrijven, het sensationele nieuws over de beslagname van een uitgebreid bestand met offshorebedrijven en hun cliënteel (130.000 individuen uit 170 landen).
De gerenommeerde Russische econoom Valentin Katasonov becommentarieerde het incident toen als volgt : “… de belangrijkste doelwitten zijn niet de offshorebedrijven die direct gelinkt zijn aan Citibank, HSBC, UBS, Deutsche Bank enz. (stuk voor stuk westerse bankgiganten) maar wel individuele oligarchen, politici en regeringsfunctionarissen”. En : “Al deze elementen neigen ertoe de mogelijkheid te overwegen dat achter deze operatie werkelijk globale doelstellingen schuilgaan.”

Toont men ons alleen datgene wat men ons wil tonen ?  Wordt de 1%, de échte geldelite, bewust niet vernoemd en dus beschermd ? Craig Murray stelt – terecht – voor dat iedereen toegang zou moeten krijgen tot de volledige database, en niet uitsluitend de media die onderdeel zijn van de grote concerns.

Murray en Katasonov zijn niet de enigen die de mogelijkheid opperen van een wereldwijde politieke agenda. Zo denkt de bekende Amerikaanse econoom Martin Armstrong dat dit media-evenement uitgaat van het establishment en bedoeld is om een agenda van elektronisch geld en wereldwijde fiscale harmonisatie door te drukken.
Andere waarnemers menen dan weer dat het niet-publiceren van bepaalde informatie een grote mogelijkheid tot afpersing creëert van belangrijke personen in belangrijke posities.We kunnen de beweegredenen van het openbaar worden van de ‘Panama Papers’ alleen maar op hypothetische gronden beoordelen. Mogelijk komen er in de komende weken en maanden nog meer opzienbarende feiten aan het licht.

Auteur: Dirk Bauwens

Start met Automatisch Beleggen

Dit bericht delen
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *