Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Niet ‘made’ maar ‘created’ in China

Als alles volgens verwachtingen loopt zal China in 2010 Japan definitief als economische grootmacht voorbij gaan. Dan is het nog maar een kwestie van een tiental jaren voordat ook de VS China als meerdere economische moeten erkennen, volgens enkele enthousiastelingen. Of dat allemaal een dergelijk vaart zal lopen valt nog te bezien. Wel is duidelijk dat dit land zijn financiële spankracht gebruikt om op meerdere terreinen met het Westen maar vooral met de VS de concurrentie aan te gaan. Research & Development is een terrein, waar de Chinezen de dominantie van de Amerikanen willen aantasten en ondergraven.

Speerpunt

Zoals een goed communistisch land betaamt heeft het land een meerjarenplan op gesteld om op het Vlak van R&D en innovatie een wereldspeler te worden. In 2006 formuleerde de Chinese overheid een plan met een looptijd tot 2010 om China een leidende rol te bezorgen. Het plan zette 4 kwantitatieve doelstellingen, formuleerde 5 strategische aandachtsgebieden, 11 sleutelgebieden en 68 onderwerpen met speciale prioriteit. Binnen de 5 strategische doelstellingen is topprioriteit gegeven aan de ontwikkeling van nieuwe schone technologieën voor energie, water en het milieu. De keuze is goed te begrijpen. Water is een relatief schaars goed in China en het milieu is door de immer voortschrijdende industrialisatie van het land ernstig aangetast. Bovendien oordeelde de Chinese overheid dat ‘schone technologie’ relatief jong en nieuw is en dat het zodoende ‘gemakkelijker’ is om snel een speler van formaat te worden. Binnen deze meerjarenplanning is in 2006 een vijfjaren plan ingebouwd dat loopt tot en met 2010. Voor dit korte termijn plan zijn dezelfde prioriteiten geformuleerd als voor het middellange termijn plan. Binnen deze doelstellingen ligt het accent op het ontwikkelen van schone technologieën voor energiebesparing, het commercieel rendabel maken van windturbines en de ontwikkeling van nieuwe technologie en apparatuur voor elektriciteitsnetwerken.

In China is alles groot, grotere grootst en dat geldt ook voor hun inspanningen op R&D en innovatie. Aan het einde van het eerste vijfjarenplan moeten vijftig miljoen Chinezen werkzaam zijn in Science & Technology, onder wie 7 miljoen technici, ingenieurs en wetenschappers.

Programma 863 en 973

Om al deze plannen te verwezenlijken is geld nodig, heel veel geld. Aan geld is in China vooralsnog geen gebrek en dat is terug te zien aan de budgetten voor R&D en innovatie. In 2001 verdeelde de overheid $ 11 miljard voor publieke R&D. In 2006 was dat bedrag opgelopen naar $ 26 miljard. Bij de verdeling van al die yuans vallen twee programma’s in het bijzonder op. Er is het State High-Tech Development Programma, beter bekend als programma 863. En dan is er nog het National Basic Research Program ofwel programma 973. Programma 863 is bedoeld om de financiële verplichtingen voor buitenlandse technologie te verminderen en uiteindelijk naar nul terug te brengen. De insteek hier is eerder tactisch dan strategisch. Binnen dit programma gaat geld naar die aandachtsgebieden die direct van nut kunnen zijn voor de economische ontwikkeling van het land. In de afgelopen periode is veel geld geïnvesteerd in waterstoftechnologie en energiezuinige technologieën. Programma 973 is meer strategisch van aard en richt zich energie, behoud van de natuurlijke grondstoffen en een betere bescherming van het milieu.

Internationale coöperatie

Gelijktijdig met het uitbouwen van een solide R&D basis in eigen land, probeert China ook internationaal zijn positie te versterken. In 2007 lanceerde het land het Cooperation Programm on New and Renewable Energy. De doelstelling van dit initiatief is tweeledig. Er moeten meer mogelijkheden komen om technologie te importeren en ook moet de overdracht van kennis tussen China en derde landen gestroomlijnder worden. Het programma mag een succes heten want in 2009 had China al overeenkomsten gesloten met 97 landen waaronder de VS, Japan en de EU. Samen met de VS is er een clean energy center. De aandacht van het centrum gaat vooral uit naar schone steenkool, schone gebouwen en schone voortuigen.

Gaan voor goud

Om zich sneller te kunnen presenteren als de nummer één wereldwijd op het vlak van schone technologieën heeft China nog twee beleidsdoelstellingen geformuleerd. Binnenlands moet de samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven verbeterd worden, zodat nieuwe kennis en inzichten sneller toepassing vinden in de vorm van nieuwe diensten en producten. Publiekprivate samenwerking moet ook internationaal. Bedrijven en wetenschappers moeten zich internationaal presenteren en zoeken naar geschikte partners met de juiste technologie. De eigen technologie moet tegelijkertijd exportproduct worden en dus reizen overheidsfunctionarissen en ondernemers ontwikkelingslanden af om daar hun technologie te slijten en op zoek te gaan naar geschikte lokale partners. Het succes van dit beleid is nu al opmerkelijk. Was het aandeel van de exporten in de omzet van de Sjanghai Electric Power Company nog slechts 13%, in 2006 was dit al 45%. De aandacht voor de zogeheten ontwikkelingslanden heeft toch vooral een lange termijnoogmerk. In 2030 zal naar verwachten 90% van de groei in de vraag naar energie juist uit deze landen komen. Door nu een basis in deze landen te leggen, hoopt China op termijn ten volle te kunnen profiteren van de vraag naar schone en herwinbare energie. China gaat dan echt voor goud.

Dr. C.A.M. Wijtvliet

De auteur is zelfstandig gevestigd analist. Hij schrijft over uiteenlopende onderwerpen die de beleggingswereld raken. Daarnaast geeft hij lezingen en presentaties. Voor meer informatie: corwijtvliet@dekritischebelegger.nl

Start met Automatisch Beleggen

Dit bericht delen
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *