Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

In werk en oorlog is alles geoorloofd? (1)

In liefde en oorlog is alles geoorloofd, zo wordt wel eens beweerd. Toch is dat -formeel- niet helemaal waar. In ieder geval niet als het gaat om oorlogsvoering: er zijn regels die aan militairen worden meegegeven als zij naar een conflictgebied worden gestuurd.

Onder welke omstandigheden is het geoorloofd om vijandelijk vuur te beantwoorden? Welk kaliber wapens mogen er worden ingezet? Ik stel me zo voor dat antwoorden op dergelijke vragen te vinden zijn in de rules of engagement.

In een tweeluik wil ik stilstaan bij een term die daar enigszins op lijkt: rates of engagement (ROE). Ik kwam de uitdrukking onlangs tegen in een column van econome Sylvia Ann Hewlett op de website van persagentschap Bloomberg. In de bewuste column werd met ROE gedoeld op de mate waarin werknemers ‘geëngageerd’ zijn op de werkvloer. Ofwel, hoe betrokken is men bij het reilen en zeilen van het bedrijf waar men werkt?

Engagement onder druk

Als we Hewlett mogen geloven, is het in bepaalde sectoren droevig gesteld met de moraal onder de werknemers. In haar column beschrijft ze hoe een vriend van haar met de nek wordt aangekeken zodra hij de naam van zijn werkgever onthult: “When I say I work at AIG, people react as though I’m in the porn industry”. Verzekeraar AIG overleefde de kredietcrisis dankzij staatssteun, keerde evengoed miljarden dollars aan bonussen uit en kreeg vervolgens de publieke opinie in de VS tegen zich. Wie hate mails en dreigbrieven ontvangt, gaat ’s morgens niet fluitend naar zijn werk. Geen wonder dat het ‘engagement’ onder werknemers afneemt.

Hewlett wijst in dit kader op een recent onderzoek van het door haar opgerichte Center for Work-Life Policy, waaruit blijkt dat de ROE in de afgelopen 18 maanden met 12% tot 24% zijn gedaald. Loyaliteit ten opzichte van en vertrouwen in de werkgever staan onder druk, met name in de financiële sector. Sterker nog: uit gegevens van het Center for Work-Life Policy wordt duidelijk dat meer dan de helft van de top performers in de Amerikaanse financiële sector erover denkt om de huidige betrekking in te ruilen voor een meer respectabele en minder risicovolle werkomgeving.

Vicieuze cirkel
Volgens mij maakt het beschreven onderzoek van Hewlett pijnlijk duidelijk in welke penibele situatie de bancaire sector zich bevindt. Eigenlijk is het een vicieuze cirkel: de media en het publiek wijzen met de beschuldigende vinger naar de banken vanwege hun rol in (het ontstaan van) de kredietcrisis en vanwege de disproportionele beloningen binnen de sector. Bankiers en handelaren zijn het zat om met de nek te worden aangekeken en overwegen daarom hun carrière te vervolgen in bedrijfssectoren die nog wel enig respect genieten. Het management van de banken heeft echter financiële toppers nodig om de bedrijfsprestaties op peil te houden en te optimaliseren. En wat is een manier om werknemers binnen boord te houden? Precies: de beloningen verhogen. Nieuwe bonusschandalen leiden tot hernieuwde publieke verontwaardiging, bankiers gaan zich daar weer ongemakkelijk over voelen en managers menen genoodzaakt te zijn de bonussen nóg aantrekkelijker te maken ter compensatie van dit ongemak. Et cetera.

Betrokkenheid voor hoogste bieder

Terug naar de rates of engagement. Kunnen managers van banken de betrokkenheid van hun werknemers kopen? Misschien. Een extravagante financiële beloning maakt veel goed. En het oppompen van salarissen en bonussen kan ertoe leiden dat bankiers langer bij hun werkgever blijven dan zij eigenlijk zouden willen. Maar is gevoeligheid voor perverse prikkels hetzelfde als wezenlijke betrokkenheid bij het bedrijf? De banken lijken dit onderscheid niet te maken: nog altijd worden torenhoge bonussen verdedigd met het argument dat financieel talent anders vertrekt naar een concurrent die beter betaalt. De hoogste bieder krijgt er derhalve een ‘betrokken’ medewerker bij. Of een geldwolf, zo u wilt.

Kan het ook anders? Ja. Zo lijkt kredietbeoordelaar Moody’s veel beter te hebben begrepen hoe de betrokkenheid van het personeel kan worden gestimuleerd. En daarvoor hoeft niet perse het salaris of de bonus verhoogd te worden. Hoe dan wel? Dat licht ik graag toe in het tweede deel van deze column.

Allard Gunnink

CoBeleggen

Disclaimer

Allard Gunnink is als redacteur werkzaam voor CoBeleggen. CoBeleggen is een initiatief van de Beleggers Coöperatie Nederland U.A. Deze column is niet bedoeld als beleggingsadvies.

Start met Automatisch Beleggen

Dit bericht delen
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *