Olieprijs een baken om op te varen

De centrale bank van de VS maakte gisteren bekend bereid te zijn om staatsobligaties op te gaan kopen teneinde de kredietverlening weer op gang te brengen. Hoewel er nog enige slagen om de arm werden gehouden verklaarde de Federal Reserve tevens een economisch herstel te verwachten in de tweede helft van dit jaar. Ondertussen stegen de verwachtingen dat het Huis van Afgevaardigden zal gaan instemmen met het nieuwe stimuleringsplan van de regering-Obama . De beurzen in de VS reageerden positief op dit nieuws. De toch al goedgeluimde Dow Jones-index liep nog verder op. De olietermijnmarkt noteerde een winst van 4 % voor een vat West Texas Intermediate. De prijs van een vat olie geeft momenteel haarfijn de verwachtingen omtrent de economie weer.

De enorme daling van de olieprijs van $ 147 per vat Brent afgelopen zomer naar $ 37 in december liep volledig parallel met de razendsnel inzakkende wereldeconomie. Waar de vraag naar olie tot de zomer door de producenten nauwelijks was bij te benen viel deze in de herfst volledig weg. Zo sloeg een wereldwijde angst voor het inflatiespook in korte tijd om in de vrees voor het tegenovergestelde, een vernietigende deflatie. De vraag naar olie zal pas weer gaan toenemen wanneer de economie enige tekenen van herstel gaat vertonen. Daarom zien we de afgelopen maanden dat de prijs meebeweegt op het ritme van de economische berichtgeving. Voor beleggers op zoek naar enig licht aan het einde van de tunnel is de olieprijs een baken om op te varen.

Als gevolg van de ingestorte olieprijs worden veel investeringen in nieuwe – vaak moeilijk winbare – olievelden tot nader order uitgesteld of zelfs afgeblazen. De OPEC heeft reeds meerdere keren zijn productie verlaagd. En dat terwijl er nog maar een half jaar geleden gesproken werd over peak oil en structurele krapte aan de aanbodzijde. Olie-deskundigen gaan er dan ook van uit dat de vraag naar olie onmiddellijk weer zal gaan toenemen bij de eerste tekenen van een economische opleving. De situatie van krapte op de oliemarkt zal weer terugkeren. Het Internationaal Energie Agentschap spreekt reeds van een olieprijs van $ 100 over enkele jaren. Dit is voor geduldige beleggers een aanlokkelijk perspectief.

Er is de afgelopen periode echter een karrevracht aan slecht nieuws over ons uitgestort en daarom blijven er veel onzekerheden hangen rond de verwachtingen op een economisch herstel. Om die reden kunnen beleggers die van mening zijn dat deze lage olieprijs slechts van korte duur zal zijn het beste kiezen voor een enigszins voorzichtige strategie. Het selecteren van beleggingen in grote gerenommeerde en vooral financieel solvabele olieconcerns. De aandelen uit de oliesector verloren in het rampzalige jaar 2008 ruim 40 % aan waarde. Tussen de verschillende oliefondsen traden er overigens wel zeer grote verschillen op. Zo leed ’s werelds grootste – voorzover niet in staatshanden – oliemaatschappij Exxon een koersverlies van maar 6 % over het afgelopen jaar, terwijl bijvoorbeeld het Russische Gazprom maar liefst 72 % aan waarde moest inleveren. Royal Dutch Shell verloor 31 %. De koers/winstverhouding van de sector (over de winst van 2008) bedraagt slechts 6. Het dividendrendement 5 %. De meeste grote oil majors bevinden zich na jaren van vette winsten in een prima financiële conditie.

Natuurlijk, de grote uitdaging voor de grote internationale concerns betreft het vervangen van hun snel uitgeput rakende olievelden. De staatsoliebedrijven uit vooral de opkomende markten controleren inmiddels zo’n 80 % van ’s werelds oliebronnen. Het dwingt de internationals steeds meer naar olie te gaan boren in verre en niet altijd even rustige gebieden. Politieke onrustgebieden als Venezuela, Nigeria en Rusland. Het goede nieuws is echter dat de olieproducerende landen als gevolg van de sterk gedaalde olieprijs gaten in hun overheidsbudgetten zien vallen. Zo zullen bovengenoemde landen met betere voorwaarden voor de oil majors over de brug moeten gaan komen. Ze hebben de internationals immers nodig vanwege hun kapitaalkracht, logistiek en technologie. De investeringen blijven tenslotte duur en moeilijk op te brengen voor een enkele partij. Door hun opbrengsten uit raffinage en chemie zijn de internationals ook minder afhankelijk van de hoogte van de olieprijs dan de staatsoliebedrijven. Uitgaande van de visie dat de olieprijs op termijn weer zal gaan stijgen zijn de grote majors een goede belegging. Enige zekerheid kan geen kwaad en daarom zijn Exxon ($79.25) , Shell (EUR 19.41) en BP PLC (502 pence) voor de hand liggende kandidaten. Speculatiever is het Braziliaanse Petrobras ($ 7.00).

Jan-willem Nijkamp
Werkzaam voor Inmaxxa Vermogensbeheer

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.