De oliesector is op de tast op zoek naar de toekomst

ExxonMobil, een van de grootste oil majors, gaat zijn investeringen fors opvoeren. In 2028 bedroegen die $ 26 miljard, maar in 2020 gaan ze $ 33 – $ 35 miljard uittrekken om de productie van olie en gas fors te verhogen. Die verhoogde productie moet vooral komen uit het Permian Basin in de VS en de nieuwe velden in Guyana. Exxon Mobile noemt beide vindplaatsen de aantrekkelijkste sinds 1999.

De ceo van Exxon Mobile zei er zich van bewust te zijn, dat de wereld streeft naar het verlagen van de CO2 uitstoot, maar dat diezelfde wereld nog steeds afhankelijk is van de productie van fossiele energie. ExxonMobil investeert uiteraard niet uit pure menslievendheid. De Amerikanen gaan ervan uit dat de investeringen in de jaren tot 2025 zullen resulteren in een winstgroei van pakweg 45%. Dan moet de prijs van een vat olie wel gemiddeld $ 60 bedragen.

De investeringsplannen van ExxonMobil komen op een moment dat de industrie met zichzelf en met zijn toekomst worstelt. Dat spreekt uit de marketingcampagne die verschillende grote spelers in de sector over de wereld uitstrooien of gaan uitstrooien. Kenmerkend voor die campagnes is, dat ze zich niet mooier willen voordoen dan ze zijn. Dat betekent dat ze enerzijds laten zien dat ze moeite doen om de CO2 uitstoot te beteugelen, maar anderzijds niet verhullen dat ze groot zijn in fossiele energie en dat fossiele energie nog steeds onmisbaar is voor de wereld. Dat is een vuile boodschap, maar wel een noodzakelijke boodschap, zo oordelen ze.

Tegelijkertijd zijn de bedrijven er zich pijnlijk van bewust, dat het verminderen van de CO2 uitstoot de komende jaren alleen maar actueler wordt. Klimaatverandering is een thema dat niet meer weggaat en alleen maar aan belang zal winnen. Met andere woorden, vroeg of laat zal de sector met een nieuwe strategie voor de dag moeten komen, willen ze de woedende toorn van de publieke opinie voor zijn. Maar daar wringt de schoen. Voor de meeste bedrijven, misschien wel alle, is het nog onduidelijk hoe ze hun businessmodel kunnen aanpassen en hun uitstoot kunnen verminderen zonder dat zulks ten koste gaat van het financiële belang van de aandeelhouders. Investeren in renewable energy is leuk, maar genereert vooralsnog te weinig middelen vergeleken met de fossiele energie. Dat speekt ook uit hun investeringsplannen. Gemiddeld gaat 1% naar renewable energy.

En dus aarzelen de bedrijven en weten ze niet goed hoe de zaken aan te pakken. Het risico is wel dat te lang aarzelen ten koste gaat van het klimaat, maar ook ten koste van hun bestaansrecht en toekomst. Steeds meer institutionele beleggers willen duidelijkheid over hoe de oil majors denken om te gaan met klimaatverandering. Volgens sommige is het gevaar reëel, dat de wereld bij ongewijzigd beleid steeds minder fossiele energie gaat gebruiken met alle gevolgen van dien.

Bedrijven als ExxonMobil en Saudi Aramco zijn daar niet zo bang voor. Fossiele energie is voorlopig nog onmisbaar. Sterker nog, de vraag zal de komende jaren alleen maar blijven groeien dankzij Azië en Afrika. Bedrijven moeten er wel voor waken om zich volledig onmogelijk te maken bij de jeugd, zeker de talentvolle jeugd is nodig om het bedrijf ook morgen gaande te houden. Voor critici is het duidelijk, dat de nieuwe marketingcampagnes niet meer zijn dan een voortzetting van de misleidende campagnes uit het verleden. Een bedrijf als ExxonMobile wist immers al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw, dat het grootschalig gebruik van fossiele energie grote risico’s met zich bracht.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.