Hoe nu verder, Europa?

Het pak donkere wolken boven Europa wordt steeds dikker en zwarter. De schuldencrisis lijkt zich met de dag te verdiepen. Niets of niemand kan er zich aan ontrekken. De economische groei is verdwenen en in Nederland ziet het kabinet Rutten zich voor de vraag gesteld of er niet nog enkele miljarden extra bezuinigd moet worden.

Verwarring ten top

De politiek in Europa lijkt in totale verwarring. Enerzijds doen premier Rutten en minister De Jager in the Financial Times de suggestie dat het onmogelijke mogelijk kan worden: Griekenland moet de euro opgeven. Anderzijds proberen mevrouw Merkel en president Sarkozy vastbeslotenheid uit te stralen: Griekenland blijft onderdeel van de eurozone. Hebben Rutten en De Jager voor hun beurt gepraat of hebben ze met stilzwijgende toestemming van de grote zus een proefballonnetje opgelaten? Een ding lijkt duidelijk: de toekomst is in nog meer nevelen gehuld dan normaal al het geval is.

Beperkt aantal scenario’s

De politiek is daarom nog niet veel verder gekomen dan het managen van de crisis. De crisis oplossen, daar is de politiek nog lang niet aan toe. Het aantal serieuze opties is echter maar beperkt.

Het eerste en meest gevreesde scenario is dat van het opbreken van de eurozone. Dat kan wel beschouwd op twee manieren. De zwakke perifere landen treden al uit de unie of de sterke landen doen dat. Die oplossing lijkt meer en meer aan populariteit te winnen. Denk maar aan de ingezonden brief van Rutten/De Jager. Toch lijkt een dergelijke oplossing minder voor de hand te liggen. Het zou volledig in strijd zijn met de grondbeginselen van de EMU. Die was opgericht met het commitment dat de oprichting onomkeerbaar zou zijn. Als zulks niet het geval blijkt, wat is dan nog de waarde van toekomstige verdragen en toezeggingen. Een tweede vraag is hoe het nieuwe betalingsverkeer op korte termijn vorm gegeven kan worden en hoe allerlei contracten opgesteld in euro’s nageleefd gaan worden. Niemand die het weet, maar het voorbeeld van Argentinië stelt niet gerust. De chaos op de diverse markten was enorm.

Het tweede scenario is welbeschouwd het tegenovergestelde van het eerste scenario. Er komt een meer centraal beleid op financieel/economisch gebied in Europa. Er komen instellingen a la de ECB met de bevoegdheid regels dwingend op te leggen aan alle lidstaten. Een snelle ontwikkeling in deze richting lijkt eveneens niet waarschijnlijk. Het introduceren van bijvoorbeeld de veelgenoemde eurobond heeft voor veel Duitsers nog steeds het schrikbeeld van het afgeven van een blanco cheque van Duitsland aan de periferie om hun financiële problemen op te lossen. Nu niet, nooit niet denken veel Duitsers. Het toestaan dat een derde grensoverschrijdende partij ingrijpt in zulke nationale aangelegenheden als het financieel-economisch terrein is daarmee ook een brug te ver.

Eigenlijk is er op dit moment slechts een bovennationale instelling die met gezag dwingend beleid kan opleggen en dat is de ECB. De ECB is dan ook de sleutel naar een derde scenario. DE ECB kan een verbindende rol spelen tussen wat nu noodzakelijk is en in de toekomst gewenst. De bank heeft genoeg mogelijkheden om een expansief beleid te voeren. Het kan voor het ogenblik de wankele obligaties van de perifere landen opkopen en het kan ook nog zijn rol spelen van lender of last ressort voor de benauwde Europese banken sector.

Het oppompen van de bankbalans (drukpers laten draaien) van de ECB hoeft niet per se een gevaar te beteken, zolang het beleid erop gericht is de markt van voldoende liquiditeiten te voorzien. Anders wordt het, wanneer de Bank zoveel risico’s op zich laadt en vervolgens niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. In dat geval is herkapitalisatie door de lidstaten onvermijdelijk. De last daarvan zal vooral op de schouders van Duitsland terecht komen. Dat land heeft dan twee opties: of het stemt in met de herkapitalisatie of het weigert dat. Als Duitsland voor de tweede optie kiest, dan stapt het land de facto uit de eurozone met alle gevolgen van dien. In het eerste geval zal Duitsland evenmin erg gelukkig zijn. Het land gaat immers via de ECB, dus indirect, de zwakke perifere landen steunen. Dat is dan min of meer op de wijze zoals beschreven in scenario 2 en daar zijn de Duitsers allerminst gelukkig mee.

Het is misschien dan maar het beste om het Duitse gewicht in allerlei Europese gremia die er toe doen meer gewicht te geven. Op die manier kan de Duitse belastingbetaler ervan verzekerd zijn, dat er geen open einde regelingen getroffen worden. Dan komt er vanzelf ook meer tijd en ruimte om de broodnodige institutionele hervormingen op Europees niveau te ontwikkelen en door te voeren. Of de Fransen dit een goed plan vinden?

Dr. C.A.M. Wijtvliet
corwijtvliet@dekritischebelegger.nl

De auteur is zelfstandig gevestigd analist. Hij schrijft over uiteenlopende onderwerpen die de beleggingswereld raken. Daarnaast geeft hij lezingen en presentaties. De auteur is als partner verbonden aan De Weygerbergen, bureau voor performancemeting en vermogensbegeleiding in Eindhoven, www.Weygerbergen.com. Hij schrijft zijn columns op persoonlijke titel.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.