Sharia-beleggen: de geur van geld

Geld stinkt niet, zegt men wel eens. Als we Wikipedia mogen geloven wordt deze uitdrukking (in het Latijn: pecunia non olet) toegeschreven aan Vespasianus, de Romeinse keizer die zijn schatkist spekte door de eigenaars van publieke urinoirs een heuse urinebelasting op te leggen. Zo leer je nog eens wat. De moraal: het doet er niet toe op welke manier jij aan je geld komt.

In de wereld van islamic finance -bankieren conform de sharia- doet het er weldegelijk toe hoe je als financiële instelling je geld verdient. Voordeel: je brandt als sector je vingers niet aan enge, complexe beleggingen zoals de herverpakte ‘rommelhypotheken’ die westerse bankiers sinds de kredietcrisis uit hun slaap houden. Deze week zond de VPRO de boeiende documentaire ‘Allah, vrouwen en de bank’ uit: een kennismaking met bankieren en beleggen in sharia-stijl. Alle negatieve beeldvorming ten spijt kregen wij in de documentaire een aantal zelfbewuste carrièrevrouwen te zien die -met of zonder hoofddoek- hoge functies bekleden bij verschillende islamgeoriënteerde financiële instellingen in Azië.

Sharia compliance
Vrouwen met topfuncties in de wereld van het sharia compliant bankieren: het staat haaks op het beeld dat veel westerlingen hebben van sharia wetgeving. Met dank aan stuitende toestanden in landen als Iran en Somalië staat ‘sharia’ voor velen gelijk aan barbaarse wetten waar juist vrouwen de wrange vruchten van plukken. Of dit beeld (geheel) terecht is of niet, laat ik in het midden. Wel stel ik vast dat de vrouwen in de genoemde documentaire er allerminst onderdrukt uitzagen.

Pragmatische benadering
Om misverstanden te voorkomen: ik ga geen lans breken voor de invoering van sharia wetgeving in welke vorm dan ook. Maar misschien is het mogelijk om eens na te denken over islamic finance als een manier van bankieren en beleggen die losstaat van de sharia als allesomvattend juridisch systeem. Wetten -of elementen daarvan- waar wij op veel terreinen van ons leven misschien weinig mee hebben, zouden bij het beheer van onze financiën wellicht een positieve, aanvullende rol kunnen vervullen.

In een kwade reuk
Geld stinkt niet; als ergens geld mee verdiend kan worden, dan stellen we niet teveel vragen. Deze mentaliteit leidde er onder meer toe dat westerse banken in de jaren vóór de kredietcrisis hun kredietportefeuilles volstopten met collateralized debt obligations (cdo’s) of deze schuldpapieren herverpakten en doorverkochten aan andere banken. Een grondige risicoanalyse ontbrak; sommige bankbestuurders bekenden na de kredietcrisis zelf nauwelijks te weten of te begrijpen waar hun investment teams in belegden. Toen het te laat was, werd duidelijk dat veel cdo’s samengesteld waren uit subprime leningen: ‘rommelhypotheken’ van dubieuze debiteuren. Geld stinkt niet. Maar veel westerse financials staan sinds de kredietcrisis in een behoorlijk kwade reuk.

“Het westen kan na de crisis wat leren van de waarden van het islamitisch bankieren,” aldus Raja Teh Maimunah, een vrouwelijke topbankier die in de genoemde documentaire aan het woord wordt gelaten. Iets om over na te denken.

Allard Gunnink
CoBeleggen

Disclaimer
Allard Gunnink is als redacteur en columnist betrokken bij CoBeleggen, een initiatief van de Beleggers Coöperatie. Deze column is niet bedoeld als beleggingsadvies. De auteur kan posities hebben in (beleggingsinstrumenten op) onderliggende waarden die hij beschrijft.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.