Pensioenfondsen: te hoge kosten, te lage opbrengsten

Geen onderwerp in de financiële wereld is zo hot en tegelijkertijd zo onduidelijk en ondoorzichtig als de pensioenfondsenwereld. Zoals u weet maak ik vaak analyses van de prestaties en de kostenstructuur van onze Nederlandse pensioenfondsen. Daarbij stel ik altijd de vraag waaruit de echte kosten bestaan van een pensioenregeling en of deze niet omlaag zouden kunnen. We willen tenslotte allemaal besparen.

De onderlinge verschillen tussen de pensioenfondsen zijn groot en hun openheid is klein. De uitvoeringskosten en (interne- en externe) vermogensbeheerkostenstructuur van een Nederlands pensioenfonds liggen gemiddeld  rond de 1% over het belegde vermogen. Een behoorlijk bedrag waar je iets voor zou mogen verwachten.

Zijn deze kosten wel gerechtvaardigd?

Maar vooral: doen ze het goedkoper en beter dan wanneer u zelf deze pensioengelden zou mogen beleggen? U kunt immers als particulier kiezen uit een keur van beleggingsmogelijkheden die passen bij uw individuele beleggersprofiel en smaak. Met uitgebreide documentatie en toelichting. Met verantwoording ( dat kan overigens ook nog beter…) van de totale kosten. Met een financieel adviseur. Als je dit zou willen vergelijken met het “aanbod” van een pensioenfonds stuit je op problemen. Pensioenfondsen zijn onduidelijk over hun totale kostenstructuur. Mijn directe suggestie voor de AFM: men zou ook de vermelding van deze Total Cost of Ownership van een pensioenfonds verplicht kunnen stellen….en het dus makkelijker maken voor de deelnemers om te vergelijken en beoordelen. In mijn analyses geef ik aan dat de pensioenfondsen in Nederland te duur en inefficiënt opereren. Nu pareren pensioenfondsbestuurders dit vaak met: ”Voor bescherming, vangnet en kwaliteit betaal je nu eenmaal”. Hmm. Toegegeven: het goedkoopste pensioenfonds is niet automatisch het beste pensioenfonds. Echter :

  • Levert een duurder pensioenfonds wel meer toegevoegde waarde voor de deelnemer?
  • Waarom slaagt 69% van de binnenlandse pensioenfondsen er niet in de (S&P of AEX) vergelijkingsindex (benchmarkindex) te verslaan?
  • Waarom slaagt 90% van andere te hanteren benchmarkindexen er wel in gedurende bijvoorbeeld de laatste 5 jaren?
  • Zou de Nederlandse Staat niet een verplicht budgetplafond moeten afgeven voor elk verplicht gesteld pensioenfonds?

Of is het nu “shoot the messenger”?

Tijd voor de Besturen om de gemaakte fouten toe te geven en tijd om het vermogensbeheersysteem van pensioenfondsen te veranderen. Besturen, steek uw kop niet in het zand! Recent las ik namelijk een pensioenonderzoek uit de Amerikaanse staat Maryland. Ze onderzochten het Maryland staatspensioenfonds (State Retirement en Pension System voor ambtenaren) . Dit pensioenfonds (met een belegd vermogen van $37 miljard en een beheerfee van 0,64% ) werd vergeleken met andere staten en het onderzoek wees uit dat  ‘dure’ (fonds-)beheerders niet automatisch zorgen voor een aantoonbaar beter resultaat. Dit staatsfonds maakte namelijk een zeer bescheiden en teleurstellend netto rendement van uiteindelijk 0,36% in 2012.

Dat doen we in Nederland gelukkig beter! Hun doelstelling voor dat jaar was 7,75%. Ter geruststelling: hun langjarige netto rendementen deden het beter:

  •  5-jaars gemiddelde   0,78%
  •  10-jaars gemiddelde 5,89%
  •  20-jaars gemiddelde 6,83%
  • 25-jaars gemiddelde, 7,85%

Het staatspensioenfonds van Californië met $233 miljard  belegd vermogen deed het niet veel beter met netto 1% rendement over 2012. En dat terwijl ze $221 miljoen aan beleggingsadvieskosten betaalden naast hun transactie-, fee- en bewaarkosten!  Een financieel planner die deze resultaten presenteert aan zijn particuliere klanten zou ervoor de laan uitgestuurd worden en wellicht de AFM op bezoek krijgen! Ook in Amerika gaan dus stemmen op om dan maar de premies te verhogen en/of de pensioenen te verlagen. Herkent u dit ?

Daarnaast gaan er in Amerika – net als in Nederland- stemmen op om gewoonweg in indexvolgende fondsen te beleggen, de zogenaamde indextrackers. Lage kosten en gewoonweg een indexrendement: “State pension funds should consider indexing. This would be a safer, more responsible use of resources than paying Wall Street management firms billions of dollars each year to deliver sub-par results,” zei Jeff Hooke, voorzitter van de Maryland Tax Education Foundation en schrijver van het onderzoek.

Aan het onderzoek onder 46 staten deden 35 Amerikaanse Staten mee. Ze hebben allemaal hun beheer van het pensioenkapitaal uitbesteed aan externe fondsmanagers op Wall Street. Ook in Amerika is het vergelijken ” a hell of a job” en ook daar worden de Bestuurders liever niet vergeleken ….Ze beheren samen ongeveer $ 1240 miljard en zijn daarmee te vergelijken met het totaal van €1000 miljard beheerd vermogen van Nederlandse pensioenfondsen.

Feiten:

  • Ze betalen samen $ 9,16 miljard aan vermogensbeheerfees
  • Naar rato is dit lager dan mijn schatting van de kosten bij Nederlandse vermogensbeheerkosten van € 8 miljard
  • Dit terwijl ze maar $3 miljard  kwijt waren geweest indien ze in indextrackers hadden belegd.
  • Dit zou een beter resultaat opleveren voor alle onderzochte fondsen van $ 80 miljard !
  • Met alle positieve gevolgen voor hun Dekkingsgraad!
  • Een totale overgang van actief beheer naar passief indexbeheer zou maar 4 maanden kosten
  • Indexbeheer maakt nu maar 15% van de Amerikaanse pensioenpot uit
  • Het duurste staatspensioenfonds was dat van South Carolina met 1,3% aan beheerkosten en
  • een opbrengst van 1,5% in 5 jaar
  • Het goedkoopste staatspensioenfonds was dat van Georgia met 0,09% aan beheerkosten( en daar dromen we van in Nederland..) en
  • een opbrengst van 2.9% in 5 jaar . .

Opzet onderzoek

  • De “duurste” 10 staten (met een gemiddelde beheerfee van rond de 0,65% ) werden vergeleken met
  • De goedkoopste 10 staten (met een beheerfee van 0,39%) en wat bleek?
  • De goedkoopste haalden een beter netto beleggingsresultaat over de afgelopen 5 jaar.
  • N.B. de periode van 5 jaar waarover we hier praten was wereldwijd (met een crash in 2008/2009) niet echt een superperiode om te beleggen
  • Het resultaatsverschil kwam ongeveer op 1,04% per jaar uit. (2,38% t.o.v. 1,34%)
  • Een S&P indextracker had in die periode netto 2,19 % gemaakt

Natuurlijk dient er in een vergelijking van het beleggingsrendement van pensioenfondsen naar meer gekeken te worden dan puur het resultaat. Denk bijvoorbeeld aan het risico dat is genomen om tot het behaalde resultaat te komen. Maar toch zetten de resultaten uit dit onderzoek aan tot denken. Een (extra)kostenpost van 0,5% snoept behoorlijk wat rendement op van de gemiddelde resultaten van de portefeuilles van het afgelopen decennium. En wat doet een externe institutionele vermogensbeheerder voor het pensioenfonds om deze kosten terug te verdienen en de deelnemer toch een degelijk rendement te presenteren aan het einde van het jaar? Precies, meer risico nemen! Casinopensioen noemen we dat nu in Nederland…

Laat dat nu ook precies hetgeen zijn wat het kabinet Rutte in Nederland wil doen met onze pensioenen. Meer risico nemen! Want het stelsel blijkt niet waterdicht. Er zijn teveel pensioengerechtigden ten opzichte van jongere deelnemers, een te hoge inflatie, te lage rente en te lage opbrengsten. Misschien is het toch verstandig eerst het onderzoek uit Maryland eens goed te lezen om de kosten en de meerwaarde van (externe) fondsbeheerders te beoordelen.

Het gaat tenslotte om uw belastinggeld!

Feit is dat Wall Street managers de indexen al voor 70 tot 80 % ‘schaduwen’  met dezelfde aandelen of obligaties. En dientengevolge kopen pensioenfondsen hetzelfde voor meer fees. Wat een voorrecht! Institutionele vermogensbeheerders claimen over een “geheime saus” te beschikken waarmee ze de markt consistent kunnen verslaan, maar hiervoor is geen enkel wetenschappelijk bewijs. Geen “glowing endorsement” voor institutionele vermogensbeheerders en dat doet me denken aan de klassieke mop over vermogensbeheerders….. “Where are the Customer’s yachts?”

Ons verplicht gesteld pensioenstelsel dient de pensioenzekerheid van miljoenen Nederlandse deelnemers te vertegenwoordigen. Het vertrouwen in de sterkte van het zekerheidsvangnet is nu behoorlijk aan het eroderen. In deze tumultueuze economische tijden zou het de pensioenfondsbesturen sieren om meer indexbeleggen in hun portefeuilles te introduceren om hun gemiddelde rendementen te verhogen en te besparen op onnodige fees. Dit zou een veiliger en meer verantwoordelijk gebruik van ons pensioensysteem waarborgen. Elk jaar buitensporig hoge fees betalen om ondermaatse resultaten te leveren met publiek en particulier geld en riskante alternatieve investeringen? De belastingbetaler, de ambtenaren en de werknemers in de publieke sector lijden onder deze ondermaatse resultaten. Nu is minder dan 10% van ons pensioengeld belegd in indextrackers, terwijl de particulier juist veel meer in indextrackers belegd.

Implementatie

Het  implementeren van de door mij voorgestelde indexbeleggingspolitiek zou weinig moeilijkheden moeten opleveren voor de pensioenfondsen. Naast de aantoonbare besparingen op de Uitvoeringskosten. Vermogensbeheerfees zijn niet een “hot button”-onderwerp voor de pensioenfondsen. De besparingen op de fees echter gaan simpelweg wel hun impact hebben op het inkomen van de (buitenlandse) vermogensbeheerders!  Het aanmoedigen van indexbeleggen voor pensioenfondsen is op deze wijze een “makkelijke stem” voor de meeste (Vakbonds- en Leden-)besturen. Daarentegen, het opvoedingsproces tot het indexdenken zal een moeilijke blijken. Om de Bestuurders deze investeringspolitiek te laten ondersteunen en om ze dit te leren is voorwaar een Alpe d’Huez bergbeklimming nodig.

Door deze politiek te volgen geven de Besturen immers toe dat ze fouten hebben gemaakt door te zwaar te leunen op externe (buitenlandse) vermogensbeheerders. Wie wil tenslotte fouten toegeven? Deze vermogensbeheerders zullen er vervolgens alles aan doen om weerstand te bieden aan deze voor hun inkomen nadelige politiek.

Het Switchen van Actief beheer naar Passief beheer (indexvolgen) is simpel. Het zal niet langer mogen duren dan een paar maanden tot een jaar (i.v.m. de vertegenwoordigheid van hedge fondsen en alternatives in de portefeuilles, die dat maar halfjaarlijks kunnen..) voor de meeste pensioenfondsen. Nadat Nederlandse indexaanbieders geselecteerd zijn, kunnen de bestaande pensioenportefeuilles snel geliquideerd kunnen worden en ingebracht worden bij deze indexaanbieders. De eenmalige kosten zijn hiervoor minder dan 1 % van het belegde vermogen.

Opm. Private equity fondsen hebben een bescheiden secundaire markt en die liquidatie kan langer dan een jaar duren.

Wie pakt de handschoen op?

Voor de vakmensen en vakpers:

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.