Geheime kosten van traditionele vermogensbeheerders

Wij zijn zeer vereerd om u mee te delen dat twee ervaren experts op beleggingsgebied voor De Kritische Belegger gaan schrijven. Roger Broekhuizen en Alain de Haas van Helliot Vermogensbeheer gaan periodiek een bijdrage leveren.

Roger laat ingewikkelde analyses graag over aan zijn collega columnisten en geeft beleggers korte actuele tips voor de opbouw van beleggingsportefeuilles. Hij communiceert openlijk over wat hij vindt van de beleggingsmarkt, beleggingsproducten, van het nieuws en verder over alles waarover een ‘traditionele vermogensbeheerder’ liever zijn mond stijf dicht houdt.

Alain bekijkt de dingen nuchter en analytisch en gelooft dat je alleen structureel geld kunt verdienen als je de kosten laag houdt, geen moeilijke constructies optuigt en alleen zuivere en transparante effecten gebruikt. Het doel van zijn columns is om beleggers tips te geven om meer rendement uit hun vermogen te halen.

Een overzicht van onze columnisten is te vinden op: https://www.dekritischebelegger.nl/over-de-site/wie-is-wie/

Hieronder volgt de eerste column van Roger.

Met vriendelijke groet,

Satilmis Ersintepe


Het kostengeheim van vermogensbeheerders
Het kostengeheim van vermogensbeheerders

Herkent u één van onderstaande uitspraken als u een traditionele beleggingsonderneming vraagt naar hoe hoog de kosten of retourprovisies zijn?

De kosten maken niets uit, als je maar rendement haalt”

“Iedere zelfstandig vermogensbeheerder maakt zulke afspraken met de depotbanken”

“Onze transactietarieven zijn hoog omdat wij transacties beter kunnen uitvoeren”

“Onze bewaarbank is nou eenmaal erg duur, maar wel veilig”
Helaas zijn bovenstaande uitspraken slechts te verteren als het spreekwoordelijke ‘broodje aap’. De kosten om te beleggen gaan hand in hand met uw netto rendement dat jaarlijks wordt behaald, de hoogte van uw kosten is -naast professioneel beheer- dus essentieel. Wij hebben flink wat portefeuilles van traditionele beheerders onderzocht en blijven van onze stoel vallen van verbazing over de hoge kosten die ze hun cliënten laten betalen. De gemiddelde kosten kwamen rond 2.5% per jaar uit. Bij portefeuilles die grotendeels in obligaties worden belegd met een rendementsdoelstelling van zo’n 5% per jaar, kan een beheerder met deze kosten onmogelijk toegevoegde waarde bieden.

Kosten traditioneel vermogensbeheer

Met een jaaroverzicht kun je als cliënt achteraf berekenen wat de kosten zijn geweest. Maar van te voren is dit moeilijker in te schatten omdat de beleggingsondernemingen in kwestie -in deze tijd van transparantie-, nog steeds niet open en duidelijk informeren over hoe hoog de werkelijke beleggingskosten precies zijn. Voor eens en voor altijd wil ik een boekje opendoen over de kosten die banken en traditionele vermogensbeheerders doorbelasten aan hun cliënten.

Een traditionele vermogensbeheerder verdient niet alleen aan de beheerfee, zoals je zou zeggen. Hij of zij rekent ook een flink stuk van de transactiekosten, bewaarloon en beleggingsfondsen tot de inkomsten, terwijl je zou denken dat dit naar de bank gaat. Niets is minder waar; de inkomsten worden slechts goed verstopt. Indien een portefeuille wordt beheerd door een traditionele vermogensbeheerder zijn de volgende kosten te onderscheiden:

  • Beheerkosten: gemiddeld 1%-1.5% per jaar
  • Transactiekosten: gemiddeld 1%-3% per jaar
  • Kick-backs beheerder: gemiddeld 50%-75% van de transactiekosten
  • Bewaarloon: gemiddeld 0.2% per jaar
  • Kosten beleggingsfondsen: gemiddeld 1.5%-2.5% per jaar

Zelf de kosten berekenen?

Op uw jaaroverzicht staan de kosten die u in dat jaar heeft betaald, deel deze kosten door uw belegd vermogen, vermenigvuldig maal honderd en u kent het percentage dat u rechtstreeks betaalt. Daarnaast betaalt u ook nog de indirecte kosten aan beleggingsfondsen, beleggingsproducten of notes, deze variëren gemiddeld rond de 1.5% tot 2.5% per jaar. ETF’s kosten gemiddeld 0.2% tot 0.5% per jaar. U kunt de kosten van fondsen gemakkelijk vinden op bijvoorbeeld morningstar.nl, of in de prospectussen van de producten of notes.
Indien de kosten meer dan 1.5% per jaar bedragen en grotendeels in obligaties is belegd wordt het verschil met depositosparen bijna nihil, een dergelijke kostenpost past niet bij obligatiebeleggingen. Je zou in dat geval kunnen stellen dat je meer risico loopt voor dezelfde spaarrente…

Indien u deze constatering bij uzelf doet, dan adviseer ik om direct actie te ondernemen door de kosten te verlagen of om te kiezen voor depositosparen binnen het depositogarantiestelsel.

Roger Broekhuizen
http://www.helliot.nl/

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.