De olieprijs wijst op een diepe economische malaise

Het coronavirus berokkent de wereldeconomie enorm veel schade. De energiesector in de VS is misschien wel het zwaarst getroffen. Maandag 20 april moesten aanbieders geld meenemen om hun product aan de man te brengen. Het was een unicum in de geschiedenis van de oliesector. Waar producenten nu de rekening betalen, zijn het vooral de aanbieders van opslag, die tot de winnaars van deze crisis behoren.

Hoe je er ook naar kijkt, de record lage prijzen zijn een bewijs van de economische schade als gevolg van de wereldwijde lockdown. De vraag naar olie is met een derde gezakt. Tegelijkertijd is er nog steeds overproductie. Dat zijn de belangrijkste redenen dat de prijs voor een vat Brent dinsdag 21 april tot onder $ 20 zakte. En dat was voor het eerst in bijna 20 jaar.

Het ineen klappen van de prijs bewijst dat de bluf van president Trump niet werkte. Een week eerder snoefde hij nog dat zijn deal met Saoedi Arabië en Rusland een bodem in de markt had gelegd. De deal kwam echter te laat en ging niet ver genoeg. De heftige prijsdalingen maken ook duidelijk dat de prijzenoorlog tussen de Saoedi’s en Rusland op een moment van buitengewone economische omstandigheden een blunder van de eerste orde genoemd mag worden. Beide landen worden nu zwaar getroffen en het is nog maar de vraag hoe lang de Russische economie deze extreem lage olieprijzen kan verduren. De Russische economie leunt heel zwaar op de oliesector.

Het is aannemelijk dat deze prijsschok niet van korte duur zal zijn. Opslag blijft voor een langere periode schaars. Meer dan 40% van de vraag naar olie komt uit de hoek van de auto en de vrachtwagen. Het is niet uit te sluiten dat vooral de auto nog lang stil zal staan.

De prijsval is misschien ook het bewijs, dat de toekomst van de sector er niet goed uit ziet. Big Oil is steeds meer in het verdomhoekje geraakt, niet alleen bij het grote publiek maar ook bij de belegger. De discussie over de klimaatverandering is daar debet aan. Dat impliceert dat de vraag naar olie eerder kan pieken dan vroeger verondersteld. Dan moeten de bedrijven sneller herstructureren dan ze zelf verwacht hebben. Misschien moeten ze ook wel geheel of gedeeltelijk een streep zetten door het dividend. Heel grote spelers als Shell en Exxon zullen sneller en meer moeten gaan investeren in alternatieven. Dat is nu nog geen 1% van hun totale investeringen.

Veel producenten in de VS gaan het moeilijk krijgen. Ze hebben tot dusverre geleefd op extreem goedkoop krediet. Dat valt nu waarschijnlijk weg. President Trump ziet de bui al hangen en wil de sector te hulp schieten. Als de Amerikaanse overheid slim is, dan gaat de steun gepaard met de nodige voorwaarden. Er zou een CO2 belasting ingevoerd kunnen worden of er zou op zijn minst een duidelijk plan moeten komen om daadwerkelijk de CO2 uitstoot drastisch te verminderen.

Het steunen van de prijs hoeft onder de huidige omstandigheden geen foute beslissing te zijn.  Nu de wereld op slot zit, fabrieken gesloten zijn en mensen massaal thuis zitten, gaat van de lage olieprijs geen impuls uit om extra te consumeren. Een extreem lage olieprijs treft ook de minder bedeelde olieproducenten heel zwaar. Dat is een ongewenste ontwikkeling.

Tenslotte. De Groene Agenda vraagt om een radicaal afzweren van olie. Maar dat wil weer niet zeggen dat de productiecapaciteit heel snel afgebouwd kan worden. Als dat te drastisch gebeurt, dan kan de wereld op korte termijn een nieuwe schok te verwerken krijgen. Prijzen kunnen dan wel eens heel scherp gaan stijgen! Dat is niet in het voordeel van de Groene Agenda en een geleidelijke transitie.

Cor Wijtvliet

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.