AFM en risicoprofielen

De AFM verricht belangrijk werk door meer regels en kaders te stellen in de financiële sector. Een sector waar meer dan eens iets misgaat met soms grote gevolgen voor beleggers. De laatste tijd wordt geprobeerd meer inhoud te geven aan de zorgplicht door nadere regels te stellen en voorbeelden te geven.

Helaas blijken banken en vermogensbeheerders de regels veel te strikt te interpreteren. Er is een sterke neiging naar standaardisatie, waarmee men de aanstuurbaarheid van medewerkers vergroot en het risico van claims beoogt te verkleinen. Maar de zorgplicht is bedoeld om goed voor (het belang van) de cliënt te zorgen. Dat bereik je met maatwerk vermogensbeheer waarin juist voldoende ruimte en vrijheid bestaat om in te spelen op marktomstandigheden en op de individuele wensen van de cliënt.

Vooral op het gebruik van risicoprofielen is veel aan te merken. Een risicoprofiel wordt doorgaans opgemaakt aan de hand van een standaard vragenlijst die door de cliënt moet worden ingevuld. Op basis van de antwoorden wordt een profiel vastgesteld dat bepalend is voor de verdeling van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën. Het is vrijwel onmogelijk om op deze manier een juist risico profiel op te maken. Aan de ‘ken uw cliënt’ voorwaarde kan pas worden voldaan na één of meerdere uitvoerige gesprekken waarin op zijn minst gevraagd moet worden wat de cliënt zelf eigenlijk onder het begrip risico verstaat. Dit is belangrijk. Een vragenlijst wordt bijvoorbeeld heel anders ingevuld in een periode van stijgende beurskoersen of juist vlak na een beurscrash. Ook nà de vaststelling van een risicoprofiel dient regelmatig getoetst te worden of dit, door bijvoorbeeld wijzigende omstandigheden, nog steeds klopt.

Risicoprofielen bieden doorgaans voldoende ruimte om, binnen afgesproken bandbreedtes, in te spelen op verschillende marktomstandigheden en wijzigende verwachtingen en behoeften van de cliënt. Vooral (grotere) banken wijken echter zelden af van de ‘normweging’ die onder neutrale marktomstandigheden geldt. Indien er geen actief beleid wordt gevoerd ten aanzien van de wegingen binnen het risicoprofiel betekent dit eigenlijk dat ervan uit wordt gegaan dat de normweging van het gekozen risicoprofiel onder alle omstandigheden exact past. En dat is per definitie niet het geval. Indien een cliënt daar niet gelukkig mee is, zal deze zèlf om een ander risicoprofiel moeten verzoeken, wat in de praktijk vaak niet of op het verkeerde moment gebeurt.

De standaardisatie waar risicoprofielen in de praktijk toe leidt, staat op gespannen voet tot het maatwerk dat vermogensbeheer juist dient te zijn. Marktbewegingen zijn natuurlijk moeilijk te timen maar er zijn periodes of omstandigheden waarin erg wenselijk is dat een vermogensbeheerder flexibel optreedt. Daarnaast moet rekening gehouden kunnen worden met de uiteenlopende omstandigheden en emoties van beleggers en veranderingen daarin.

Het AFM wil de risicoprofielen verder gaan standaardiseren. Maar standaardisatie waar juist maatwerk gewenst is, lijkt niet de beste weg. De AFM doet er beter aan vermogensbeheerders een leidraad te geven welke vragen zij minimaal aan cliënten zouden moeten stellen. Maar ook hoe men beter inzicht kan geven in het risico en de rendementen die men in normale en met name in extreme situaties per beleggingscategorie kan verwachten. Uiteindelijk is het doel dat veel aandacht wordt besteed aan de cliënt en dat zijn verwachtingen en de risico’s continue worden gecontroleerd en besproken.

P.S. De AFM lijkt in juli 2010 het voorstel aan te passen:

De AFM zal in de vorm van een leidraad de uitgangspunten publiceren voor de onderbouwing van de wijze waarop het risico van de profielen wordt vastgesteld en de invulling van de beleggingen die gekoppeld zijn aan de profielen. Deze uitgangspunten zijn gericht op een meer uitgebreide en specifieke informatievoorziening, dan nu bij veel marktpartijen het geval is.

Deel v/d tekst uit artikel over risicoprofielen:

De AFM wil de risicoprofielen verder gaan standaardiseren. Maar standaardisatie waar juist maatwerk gewenst is, lijkt niet de beste weg. De AFM doet er beter aan vermogensbeheerders een leidraad te geven omtrent de vragen die zij minimaal aan cliënten zouden moeten stellen. Maar ook hoe men beter inzicht kan geven in het risico en de rendementen die men in normale en met name in extreme situaties per beleggingscategorie kan verwachten.

Edzard van Citters
partner bij Philipse & Co, onafhankelijke vermogensbeheerders te Amsterdam

Artikel geschreven op 1 juni 2010.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.