Shell verdient grof aan de lage olieprijs

Het geweeklaag van de oil majors is niet van de lucht nu de prijs van een vat olie zo is gekelderd. Dat wil weer niet zeggen, dat er helemaal geen goed nieuws meer te melden is. Bedrijven als Shell, BP en Total weten toch een slaatje te slaan uit de huidige moeilijke marktomstandigheden.

Tijdens de presentatie van de cijfers over het 4de kwartaal 2014 was het geweeklaag bij de grote oliemaatschappijen niet van de lucht. De lage olieprijs zorgde voor dalende omzetten en druk op de winstgevendheid. Veel maatschappijen kondigden aan grote investeringen op d lange baan te schuiven in afwachting van betere tijden.

Toch is het niet allemaal kommer en kwel. Bedrijven als Shell, BP en het Franse Total hebben een succesvolle methode in huis om profijt te trekken in juist deze barre tijden. Deze drie bedrijven hebben al jaren geledeneen zeer lucratieve handel in olie en olieproducten opgezet. Juiste in marktomstandigheden, zoals we die vandaag de dag kennen, floreert deze handel als nooit tevoren. De handelaren kunnen olie aankopen tegen een lage prijs om die in tweede instantie tegen een hogere prijs te verkopen. Ze kunnen tegelijkertijd met hetzelfde geld meer doen! De volatiliteit van de markt is daarmee een bron van inkomsten.

Figure 1 Prijsbewegingen zijn een voorwaarde voor succes

De bedrijven zelf zijn niet scheutig met informatie over hun handelsactiviteiten. In 2009 vertelde BP, dat de handelsactiviteiten in het eerste kwartaal van dat jaar $ 500 miljoen aan winst hadden gegenereerd. De bijdrage bedroeg bijna 20% van de totale winst. De omvang van de handelsactiviteiten mag er met andere woorden best zijn. Insiders schatten, dat de dagelijkse activiteiten van de drie Europese oil majors de omvang van de gespecialiseerde handelshuizen als Vitol, Glencor, Trafigura, Mercuria en Gunvor ver overstijgt. Het zou dagelijks om meer dan 15 miljoen vaten olie en olie gerelateerde producten gaan. De drie handelen trouwens niet alleen in olie, maar ook nog in valuta’s, elektriciteit en commodity’s. Ze handelen ook nog in derivate producten op de markten voor commodities en hebben daar een grote impact. Die is zo groot, dat de drie in de Verenigde Staten onder de zogeheten Dodd-Frank act geregistreerde staan als swapdealers. Samen met het handelshuis Cargill zijn ze de enige niet-financiële instelling die aldus geregistreerd zijn.

De vooruitzichten voor 2015 zijn volgens Fitch Rating zonder meer goed te noemen. Het Ratingbureau somt hiervoor drie redenen op. In de eerste plaats geeft de volatiliteit van de markt handelaren de mogelijkheid om meerdere posities in te nemen over de richting van de markt. . In de tweede plaats is er door de overvloed aam olie een ‘contango’ gecreëerd. Dat is de situatie dat toekomstige prijzen hoger liggen dan de huidige. Handelaren kopen daarom nu in om later tegen een hogere prijs te verkopen.

 

Natuurlijk kunnen de handelsactiviteiten het verlies aan inkomsten en winst door de lage olieprijs niet compenseren. Ze kunnen de pijn echter wel verzachten. Veel belangrijker nog is, dat de bijdrage van de handelsactiviteiten ervoor kunnen zorgen, dat deze oil majors de verwachtingen van analisten kunnen verslaan. Dat zou in ieder geval de koers van het aandeel stuwen! Dat is een niet onbelangrijk detail voor diegenen die overwegen te gaan beleggen in energiewaarden!

Cor Wijtvliet

BELANGRIJK

– Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen
– U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen!

1 gedachte over “Shell verdient grof aan de lage olieprijs”

  1. Al met al heeft Shell veel verlies geleden hoor, en dat maakt dat schijntje verdienste, als het er al was… op de futures markt niet goed. Olie, en olie gerelateerde bedrijven, kun je maar beter vanaf blijven als belegging, het neerwaartse van de olieprijs is nog maar net begonnen eigenlijk.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.